24 229
Beleidsinitiatieven ter verhoging van de kennisintensiteit van de Nederlandse economie

24 243
Stimulering van het midden- en kleinbedrijf

nr. 9
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 14 december 1995

In de beleidsnotities «Kennis in beweging» en «Werk door Ondernemen» welke ik u eind juni heb doen toekomen (TK 1995–1996, 24 229 no. 1 en TK 1995–1996, 24 243 no. 1), heb ik het voornemen kenbaar gemaakt een financiële faciliteit te creëren voor fondsen die technostarters gaan financieren en in staat zijn techno-starters, waaraan financiering is verstrekt, te begeleiden. Hiervoor zal in 1996 een bedrag van 15 miljoen beschikbaar worden gesteld.

Dit voornemen stoelt onder meer op de evaluatie van de Garantieregeling particuliere participatiemaatschappijen 1981 (thans Besluit particuliere participatiemaatschappijen), waarover u op 18 februari 1994 met brief FD 93086493 bent geïnformeerd. Deze evaluatie is uitgevoerd in het perspectief van het aflopen van de PPM-regeling per ultimo 1995. Geconcludeerd werd dat de PPM-regeling zijn lange termijn doelstelling nagenoeg heeft bereikt, en er derhalve geen aanleiding is om de regeling na 1995 te continueren. Wel bleek uit de evaluatie dat er aan de onderkant van de markt voor venture capital nog steeds sprake is van een mismatch tussen vraag en aanbod van risicokapitaal voor innovatieve ondernemingen in de startfase. Technostarters blijken moeilijker toegang te hebben tot de kapitaalmarkt dan gewone starters. Dit wordt veroorzaakt door de hoge beheerskosten, de hoge risico's en de langere terugverdientijden, waarmee de financiers worden geconfronteerd.

Omdat techno-starters een kweekvijver vormen voor nieuwe hoogwaardige (industriële) bedrijvigheid, is dit voor mij reden om, in aanvulling op en passend binnen de onlangs door de Staatssecretaris van Financiën aangekondigde fiscale maatregelen, een EZ-faciliteit te creëren voor participatiemaatschappijen die specifiek techno-starters gaan financieren. Met deze participatiemaatschappijen wil ik bevorderen dat er enerzijds risicodragende financieringen worden verstrekt aan techno-starters en anderzijds een gespecialiseerd structureel aanbod ontstaat van risicodragend vermogen voor techno-starters.

Daarbij is van belang dat de participatiemaatschappijen voor techno-starters aan de techno-starters die zij financieren ook adequate begeleiding kunnen bieden. Een goede begeleiding is in de praktijk een essentiële voorwaarde voor succes gebleken.

Rekening houdend met de geschatte omvang van de uiteindelijke doelgroep beoog ik de totstandkoming van 5 à 6 participatiemaatschappijen speciaal voor techno-starters. Het is de bedoeling dat de participatiemaatschappijen zorgen voor een landelijk gespreid en goed toegankelijk aanbod van risicokapitaal voor techno-starters. In iedere PMTS (ParticipatieMaatschappij voor Techno-Starters) zou bij voorkeur tenminste moeten worden deelgenomen door een particuliere participatiemaatschappij die is erkend op grond van het Besluit particuliere participatiemaatschappijen, een Regionale Ontwikkelingsmaatschappij (ROM) en derden.

Mijn voornemen is om aan maximaal 5 à 6 techno-startersfondsen 2,5 à 3 miljoen per fonds als renteloze lening ter beschikking te stellen.

De renteloze lening dient enerzijds om de omvang van het in techno-starters te investeren bedrag te verhogen en anderzijds als een financiële stimulans waardoor tegenwicht kan worden geboden aan de hoge beheerskosten (mede door de begeleiding) en het grotere risico, dat met financiering van techno-starters gepaard gaat. De aandeelhouders zullen zelf voor ten minste 7,5 miljoen in het betrokken fonds moeten storten. Hierdoor ontstaan fondsen met een kapitaalsomvang van tenminste 10 miljoen. Om de participatiemaatschappijen te stimuleren te investeren en in voorkomende gevallen ook te herinvesteren in participaties in techno-starters, zal onder bepaalde voorwaarden de verplichting om de lening terug te betalen geheel of gedeeltelijk vervallen. Zo zal de terugbetalingsverplichting voor een PMTS geheel vervallen, indien na 5 jaar de som van de verkrijgingsprijzen van haar participaties tenminste 70% uitmaakt van het ter gelegenheid van haar oprichting gestorte aandelenkapitaal vermeerderd met de hoofdsom van de lening.

Om voor een van de leningen in aanmerking te komen, zullen de PMTS-en zich moeten richten op starters met een innovatief karakter. Om vast te stellen of in een concreet geval sprake is van een starter met een innovatief karakter, zal de participatiemaatschappij moeten constateren dat de techno-starter over een accountantsverklaring beschikt inzake toepassing van de Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk (WBSO). De techno-starter mag voorts niet langer dan drie en een half jaar bestaan en moet een rechtspersoon zijn. De participaties dienen ieder een omvang te hebben van ten minste f 100 000,- en ten hoogste f 500 000,- per deelneming. Gezien het hoge risicoprofiel van dergelijke starters, dient de PMTS te beschikken over een deskundige fondsmanager. Het is de bedoeling dat de fondsmanager zal zorgen voor de noodzakelijke begeleiding van de techno-starters en tevens beschikt over een relevant netwerk, waaruit de fondsmanager zo nodig deskundigen kan inschakelen voor de oplossing van specifieke problemen.

Deze en nadere modaliteiten zullen worden vastgelegd in een overeenkomst die ik met elke PMTS en haar participanten zal sluiten.

De PMTS-en zullen mogelijk ook gebruik kunnen maken van de faciliteit die de Staatssecretaris van Financiën onlangs heeft aangekondigd voor participatiemaatschappijen die «gewone» beginnende ondernemers financieren. Deze fiscale faciliteit biedt aangewezen participatie-maatschappijen de mogelijkheid om verliezen die op een deelneming worden geleden ten laste van het resultaat te brengen.

Om tot realisatie van PMTS-en te kunnen komen, zal ik binnenkort via publikatie in de Staatscourant belangstellenden uitnodigen zich als kandidaat voor de oprichting van en de deelneming in deze PMTS-en aan te melden.

Te zijner tijd zal ik u ter naleving van artikel 5, eerste lid, aanhef en onder c, van de Kaderwet verstrekking financiële middelen EZ mededelen aan welke PMTS-en na hun oprichting ik voornemens ben een lening te verstrekken.

Minister van Economische Zaken

G. J. Wijers

Naar boven