24 225
Veiligheidsbeleid 1995–1998

nr. 22
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 27 april 1998

Tijdens het algemene overleg dat ik op 31 maart 1998 met de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heb gevoerd over de voortgangsrapportage voorbereiding rampenbestrijding heb ik u toegezegd om u een exemplaar van het onderzoeksrapport over vrijwilligers bij de brandweer te doen toekomen. Hierbij doe ik deze toezegging gestand1. Naast het onderzoeksrapport ontvangt u een afschrift van de circulaire met als kenmerk EB98/515, die ik naar aanleiding van dit rapport heb gezonden aan de colleges van burgemeester en wethouders en dagelijkse besturen van regionale brandweren1.

In deze circulaire zet ik uiteen welke beleidsmaatregelen genomen moeten worden om de vrijwilligheid bij de brandweer op het huidige niveau te houden. Daarnaast geef ik opdracht aan de voorzitter van klankbordcommissie «Brandweer en vrijwilligers» de heer J.J. Bulte, burgemeester van Langedijk een verdiepingsonderzoek te laten uitvoeren naar een aantal aspecten die in het aan u aangeboden onderzoek nog onderbelicht zijn gebleven. In dat kader zal ook aandacht worden besteed aan de positie van de vrijwilligers bij het Nederlandse Rode Kruis, de Reddingsbrigades Nederland en de politie. Met de vertegenwoordigers van deze organisaties zal hierover binnenkort overleg worden gestart.

Zodra de resultaten van het vervolgonderzoek bekend zijn, zal ik u hierover informeren.

De Minister van Binnenlandse Zaken,

H. F. Dijkstal


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.

Naar boven