nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van Wet houdende
wijziging van de Wet van 28 oktober 1987 (Stb. 484), houdende regelen inzake
de bescherming van oorspronkelijke topografieën van halfgeleiderprodukten.
De toelichtende memorie (en bijlagen), die het Wetsvoorstel vergezelt,
bevat de gronden waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
7 juni 1995
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het in verband met bijlage
10 bij het op 15 april 1994 te Marrakech tot stand gekomen Verdrag tot oprichting
van de Wereld Handelsorganisatie, met bijlagen 1, 2 en 3 (Trb. 1994, 235)
wenselijk is de Wet van 28 oktober 1987, houdende regelen inzake de bescherming
van oorspronkelijke topografieën van halfgeleiderprodukten te wijzigen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
In de wet houdende regelen inzake de bescherming van oorspronkelijke topografieën
van halfgeleiderprodukten (Stb. 1987, 484) wordt artikel 15, eerste lid, wordt
vervangen door:
1. Als inbreuk op het uitsluitend recht op de topografie van een halfgeleiderprodukt
wordt niet beschouwd de verveelvoudiging van de topografie welke
uitsluitend dient voor gebruik in de privésfeer voor niet-commerciële
doeleinden, voor onderwijsdoeleinden of voor de analyse van de topografie.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking met ingang van de eerste dag van de tweede
kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt
geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze wet in het Staatsblad zal worden geplaatst
en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Justitie,
De Staatssecretaris van Economische Zaken,