nr. 4
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 februari 1996
In mijn brief aan de Voorzitter van de Tweede Kamer van 29 mei 1995 (Kamerstukken
II, vergaderjaar 1994–1995, 24 202, nr. 1) heb ik aangegeven de
toezending aan de Tweede Kamer van de beschrijvingen van de beheer- en controlesystemen
in ons land van de Europese structuurfondsen te zullen bevorderen, nadat deze
door de ministeries van Economische Zaken (EZ), Landbouw, Natuurbeheer en
Visserij (LNV) en Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) aan de Europese Commissie
zijn toegezonden. De lidstaten zijn op grond van artikel 23, lid 1 van Verordening
(EEG) nr. 4253/88, zoals gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2082/93, verplicht
tot verstrekking van dergelijke beschrijvingen aan de Europese Commissie.
Bijgaand treft u een afschrift aan van de beschrijvingen van de beheer-
en controlesystemen van de Europese structuurfondsen in Nederland1 , die inmiddels door de verantwoordelijke ministers van
LNV, EZ en SZW aan de Europese Commissie zijn toegezonden. In het geval van
de door de ministers van LNV en EZ verzonden beschrijvingen treft u alleen
beschrijvingen op departementaal niveau aan. De regionale beschrijvingen,
die wel reeds naar de Europese Commissie zijn gezonden, zijn vanwege hun omvang
vooralsnog niet in afschrift aan u toegezonden. Indien u ook toezending van
de regionale beschrijvingen wenselijk acht, zal ik nazending van deze beschrijvingen
bevorderen.
In de beschrijvingen zijn verbeteringen in de opzet van de beheer- en
controlesystemen betreffende de drie structuurfondsen verwerkt. De departementale
accountantsdiensten van de drie genoemde ministeries zijn van oordeel dat
deze beschrijvingen (inclusief de regionale beschrijvingen) voldoen aan de
(minimaal) daaraan te stellen eisen.
In de brief van de minister van Financiën, de minister van Justitie
en de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken aan de Voorzitter van de Tweede
Kamer d.d. 15 januari 1996 (Kamerstukken II, vergaderjaar 1995–1996, 24 500, nr. 3) is nader toegelicht wat de oorzaken zijn geweest
van de vertraging bij de afronding van de beschrijvingen.
De Minister van Financiën,
G. Zalm