nr. 13
AMENDEMENT VAN HET LID REITSMA
Ontvangen 12 september 1995
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel II wordt onderdeel C vervangen door:
C. Aan artikel8 wordt een nieuw lid toegevoegd,
luidende:
7. In gevallen als bedoeld in artikel 11, eerste lid, aanhef, onderdeel
a, onder 2°, en onderdeel b, onder 5°, wordt de vergoeding ten minste
gesteld op:
a. ten aanzien van leveringen: de waarde in het economische verkeer van
de onroerende zaak. De waarde in het economische verkeer bedraagt ten minste
de kostprijs, met inbegrip van de omzetbelasting, van de onroerende zaak,
zoals die zou ontstaan bij de voortbrenging door een onafhankelijke derde
op het tijdstip van de handeling;
b. ten aanzien van verhuur: een bij ministeriële regeling vast te
stellen percentage van de stichtingskosten van de onroerende zaak.
D. Aan artikel 11, eerste lid, onderdeel b, onder 5°, wordt
een slotalinea toegevoegd, luidende: onder verhuur van onroerende zaken wordt
mede verstaan iedere andere vorm waarin onroerende zaken voor gebruik, anders
dan als levering, ter beschikking worden gesteld;.
Toelichting
Dit amendement strekt er toe, in geval van optie voor belaste levering
of voor belaste verhuur van onroerende zaken de vergoeding ten minste te stellen
op een reële waarde. Bij levering is dat de waarde in het economische
verkeer, en bij verhuur een bij ministeriële regeling vast te stellen
percentage van de stichtingskosten.
Deze maatregel, gecombineerd met de voorgestelde wijziging voor de fiscale
eenheid kan een alternatief zijn voor de beperking van de optiemogelijkheden
tot situaties waarin de koper of de huurder de onroerende zaak gebruikt voor
doeleinden waarvoor een volledig of nagenoeg volledig recht op aftrek van
belasting op de voet van artikel 15 van de Wet op de omzetbelasting 1968 bestaat.
Dit alternatief zal dan nog wel moeten worden gecombineerd met twee nadere
voorzieningen in de uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 1968. In
de eerste plaats zal de zogenoemde herzieningsperiode voor onroerende zaken
ook van toepassing worden verklaard op diensten aan onroerende zaken waarop
voor de directe belastingen wordt of zou moeten worden afgeschreven. Voorts
zal die herzieningsperiode worden verlengd van 10 jaar tot 20 jaar. Voor bestaande
contracten dient in beginsel de herzieningsperiode op 10 jaar te blijven.
Reitsma