24 164
Regels inzake vergunningen voor de aanleg, de instandhouding en de exploitatie van kabelgebonden telecommunicatie-infrastructuur (Vergunningenwet kabelgebonden telecommunicatie-infrastructuur)

nr. 13
GEWIJZIGDE AMENDEMENTEN VAN DE LEDEN H. G. J. KAMP EN VAN ZUIJLEN TER VERVANGING VAN DIE GEDRUKT ONDER NR. 9

Ontvangen 19 februari 1996

De ondergetekenden stellen de volgende amendementen voor:

I

In de beweegreden wordt «de totstandkoming van een tweede aanbieder van een landelijke kabelgebonden telecommunicatie-infrastructuur naast de houder van de concessie» vervangen door: een situatie met meerdere aanbieders van een landelijke kabelgebonden telecommunicatie-infrastructuur.

II

Het opschrift van hoofdstuk IV wordt vervangen door:INFRASTRUCTUURVERGUNNINGEN ZONDER GEBIEDSBEPERKING.

III

Artikel 15 wordt vervangen door:

Artikel 15

Onze Minister kan overeenkomstig de hierna volgende bepalingen twee infrastructuurvergunningen zonder gebiedsbeperking verlenen. Bij ministeriële regeling wordt dit aantal verhoogd in de mate waarin de beschikbare frequentieruimte dit toelaat.

IV

Artikel 16 wordt vervangen door:

Artikel 16

Waar in dit hoofdstuk sprake is van infrastructuurvergunningen worden daarmee uitsluitend bedoeld infrastructuurvergunningen zonder gebiedsbeperking.

V

Artikel 17 wordt vervangen door:

Artikel 17

1. Een vergunning wordt door Onze Minister geweigerd indien een van de gronden als genoemd in artikel 7, onder d tot en met g, van deze wet van toepassing is.

2. Indien het aantal aanvragen na toepassing van het eerste lid het aantal te verlenen infrastructuurvergunningen niet overtreft, wordt aan elk van de aanvragers wier aanvraag niet op grond van het eerste lid is geweigerd, een vergunning verleend.

3. Indien het aantal aanvragen na toepassing van het eerste lid het aantal te verlenen infrastructuurvergunningen overtreft, wordt de vergunning alsnog geweigerd indien niet ten genoegen van Onze Minister wordt doorstaan een vergelijkende toets tussen de aanvragers en tussen de overeenkomstig artikel 3 bij de aanvragen ingediende plannen op kwaliteitsaspecten, welke in elk geval betreffen:

1°. de in artikel 7, onder f, genoemde aspecten met uitzondering van die met betrekking tot liquiditeit en solvabiliteit;

2°. de kwaliteit van de te leveren telecommunicatie-infrastructuur;

3°. de snelheid waarmee de dekkingsgraad van de te leveren telecommunicatie-infrastructuur kan worden gerealiseerd;

4°. de mate waarin gebruik wordt gemaakt van bestaande infrastructuur waarvoor op grond van artikel 21 of 23 van de Wet op de telecommunicatievoorzieningen machtiging is verleend.

VI

In artikel 19 wordt «de infrastructuurvergunning» telkens vervangen door: een infrastructuurvergunning.

VII

Artikel 20 wordt gewijzigd als volgt:

A. In het eerste lid wordt «de houder van de infrastructuurvergunning» vervangen door: de houder van een infrastructuurvergunning.

B. Het derde lid vervalt.

VIII In artikel 21, eerste lid, aanhef, wordt «De houder van de infrastructuurvergunning» vervangen door: De houder van een infrastructuurvergunning.

IX

In artikel 26 wordt «van een vergunning» vervangen door: van vergunningen.

Toelichting

Deze amendementen maken het mogelijk dat in ieder geval twee of indien de beschikbare frequentieruimte dit toelaat – meerdere infrastructuurvergunningen zonder gebiedsbeperking worden verleend. Het aantal van twee komt overeen met het aantal gegadigden dat zich presenteerde. Indien beiden een vergunning krijgen gaat naar verwachting geen tijd verloren aan een vergelijkende toets. Beperking op grond van de beschikbaarheid van frequentieruimte is in overeenstemming met de ontwerp-richtlijn van de Europese Commissie.

H. G. J. Kamp

Van Zuijlen

Naar boven