nr. 13
GEWIJZIGDE AMENDEMENTEN VAN DE LEDEN H. G. J. KAMP EN
VAN ZUIJLEN TER VERVANGING VAN DIE GEDRUKT ONDER NR. 9
Ontvangen 19 februari 1996
De ondergetekenden stellen de volgende amendementen voor:
I
In de beweegreden wordt «de totstandkoming van een tweede aanbieder
van een landelijke kabelgebonden telecommunicatie-infrastructuur naast de
houder van de concessie» vervangen door: een situatie met meerdere aanbieders
van een landelijke kabelgebonden telecommunicatie-infrastructuur.
II
Het opschrift van hoofdstuk IV wordt vervangen door:INFRASTRUCTUURVERGUNNINGEN
ZONDER GEBIEDSBEPERKING.
III
Artikel 15 wordt vervangen door:
Artikel 15
Onze Minister kan overeenkomstig de hierna volgende bepalingen twee infrastructuurvergunningen
zonder gebiedsbeperking verlenen. Bij ministeriële regeling wordt dit
aantal verhoogd in de mate waarin de beschikbare frequentieruimte dit toelaat.
IV
Artikel 16 wordt vervangen door:
Artikel 16
Waar in dit hoofdstuk sprake is van infrastructuurvergunningen worden
daarmee uitsluitend bedoeld infrastructuurvergunningen zonder gebiedsbeperking.
V
Artikel 17 wordt vervangen door:
Artikel 17
1. Een vergunning wordt door Onze Minister geweigerd indien een van de
gronden als genoemd in artikel 7, onder d tot en met g, van deze wet van toepassing
is.
2. Indien het aantal aanvragen na toepassing van het eerste lid het aantal
te verlenen infrastructuurvergunningen niet overtreft, wordt aan elk van de
aanvragers wier aanvraag niet op grond van het eerste lid is geweigerd, een
vergunning verleend.
3. Indien het aantal aanvragen na toepassing van het eerste lid het aantal
te verlenen infrastructuurvergunningen overtreft, wordt de vergunning alsnog
geweigerd indien niet ten genoegen van Onze Minister wordt doorstaan een vergelijkende
toets tussen de aanvragers en tussen de overeenkomstig artikel 3 bij de aanvragen
ingediende plannen op kwaliteitsaspecten, welke in elk geval betreffen:
1°. de in artikel 7, onder f, genoemde aspecten met uitzondering van
die met betrekking tot liquiditeit en solvabiliteit;
2°. de kwaliteit van de te leveren telecommunicatie-infrastructuur;
3°. de snelheid waarmee de dekkingsgraad van de te leveren telecommunicatie-infrastructuur
kan worden gerealiseerd;
4°. de mate waarin gebruik wordt gemaakt van bestaande infrastructuur
waarvoor op grond van artikel 21 of 23 van de Wet op de telecommunicatievoorzieningen
machtiging is verleend.
VI
In artikel 19 wordt «de infrastructuurvergunning» telkens
vervangen door: een infrastructuurvergunning.
VII
Artikel 20 wordt gewijzigd als volgt:
A. In het eerste lid wordt «de houder van de infrastructuurvergunning»
vervangen door: de houder van een infrastructuurvergunning.
B. Het derde lid vervalt.
VIII In artikel 21, eerste lid, aanhef, wordt «De houder van de
infrastructuurvergunning» vervangen door: De houder van een infrastructuurvergunning.
IX
In artikel 26 wordt «van een vergunning» vervangen door: van
vergunningen.
Toelichting
Deze amendementen maken het mogelijk dat in ieder geval twee of indien
de beschikbare frequentieruimte dit toelaat – meerdere infrastructuurvergunningen
zonder gebiedsbeperking worden verleend. Het aantal van twee komt overeen
met het aantal gegadigden dat zich presenteerde. Indien beiden een vergunning
krijgen gaat naar verwachting geen tijd verloren aan een vergelijkende toets.
Beperking op grond van de beschikbaarheid van frequentieruimte is in overeenstemming
met de ontwerp-richtlijn van de Europese Commissie.
H. G. J. Kamp
Van Zuijlen