24 164
Regels inzake vergunningen voor de aanleg, de instandhouding en de exploitatie van kabelgebonden telecommunicatie-infrastructuur (Vergunningenwet kabelgebonden telecommunicatie-infrastructuur)

nr. 12
AMENDEMENT VAN DE LEDEN H. G. J. KAMP EN VAN ZUIJLEN

Ontvangen 15 februari 1996

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

Na artikel 9 wordt een nieuw artikel 9a ingevoegd, luidende:

Artikel 9a

1. De houder van een infrastructuurvergunning kan zijn infrastructuurvergunning niet aan een ander overdragen, tenzij hij daartoe van Onze Minister toestemming heeft verkregen.

2. De toestemming wordt geweigerd indien het naar het oordeel van Onze Minister aannemelijk is dat door de overdracht van de vergunning afbreuk wordt gedaan aan de met de Wet op de telecommunicatievoorzieningen en deze wet beoogde doelmatige verzorging van telecommunicatie en de daartoe tot stand te brengen mededinging in het aanbod van vaste verbindingen.

3. De toestemming wordt voorts geweigerd, indien de houder van een infrastructuurvergunning zijn infrastructuurvergunning wenst over te dragen aan de Staat der Nederlanden, dan wel aan een rechtspersoon waarvan de Staat der Nederlanden middellijk dan wel onmiddellijk voor meer dan de helft van het geplaatste kapitaal aandeelhouder is.

4. Onze Minister kan aan een toestemming voorschriften en beperkingen verbinden.

Toelichting

Het amendement maakt het mogelijk vergunningen over te dragen waardoor een betere marktwerking tot stand wordt gebracht.

H. G. J. Kamp

Van Zuijlen

Naar boven