24 163
Wijziging van de Wet op de telecommunicatievoorzieningen, de Mediawet, de Radio-Omroep-Zender-Wet 1935 en het Wetboek van Strafvordering in verband met de liberalisering van kabelgebonden telecommunicatie-inrichtingen (kabelgebonden telecommunicatie)

nr. 14
AMENDEMENTEN VAN DE LEDEN H. G. J. KAMP EN VAN ZUIJLEN

Ontvangen 9 februari 1996

De ondergetekenden stellen de volgende amendementen voor:

Artikel I, onderdeel J, artikel 4b, wordt als volgt gewijzigd:

I

In het tweede lid wordt na «De houder van een infrastructuurvergunning is verplicht» ingevoegd: binnen een bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen termijn.

II

Een vijfde lid wordt toegevoegd, luidende:

5. De duur van krachtens het eerste en tweede lid bij algemene maatregel van bestuur vast te stellen termijnen is er op gericht de ongelijkwaardigheid in de mededingingspositie tussen de houder van de infrastructuurvergunning en de houder van de concessie te verminderen.

Toelichting

Het amendement regelt dat het ingaan van verplichtingen voor houders van infrastructuurvergunningen wordt uitgesteld teneinde hun concurrentiepositie ten opzichte van PTT Telecom te versterken.

H. G. J. Kamp

Van Zuijlen

Naar boven