24 158
Wijziging van de Gemeentewet en de Waterschapswet in verband met een verruiming van de beleidsvrijheid van gemeenten en waterschappen met betrekking tot het kwijtschelden van belastingschulden

nr. 11
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 25 januari 1996

Tijdens de plenaire behandeling op 29 november 1995 van het voorstel van wet tot wijziging van de Gemeentewet en de Waterschapswet in verband met een verruiming van de beleidsvrijheid van gemeenten en waterschappen met betrekking tot het kwijtschelden van belastingschulden (Kamerstukken II 1994/95, 24 158) heb ik toegezegd de interdepartementale werkgroep inkomens- en kwijtscheldingsbeleid (WIK) te zullen vragen een plan van aanpak te formuleren inzake de evaluatie van de eerste verruimingsstap. Het plan van aanpak van de werkgroep doe ik u hierbij, mede namens de staatssecretaris van Financiën en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, toekomen.1 Uiteraard moet hierbij het voorbehoud worden gemaakt, dat ook de Eerste Kamer het wetsvoorstel aanvaarden zal.

Tevens heeft het lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, mw. Noorman-Den Uyl, aandacht gevraagd voor de wijze waarop in de kwijtscheldingsregeling rekening wordt gehouden met woonlasten en met het vakantiegeld.

Met betrekking tot het begrip woonlasten in de kwijtscheldingsregeling merk ik het volgende op. Zoals de Staatssecretaris van Financiën reeds heeft aangekondigd in zijn brief van 5 oktober 1995, kenmerk WDB95/316 M, aan de voorzitter van de vaste commissie voor Financiën uit de Tweede Kamer (Kamerstukken II 1995/96, 24 400 IX B, nr. 9), zal in 1996 het functioneren van de kwijtscheldingsregeling nader worden bezien. Omdat het begrip woonlasten niet los kan worden gezien van de te hanteren uitgangspunten in het kwijtscheldingsbeleid, zal dit punt daarbij worden meegenomen. Daarbij zal onder meer rekening worden gehouden met de discussie over dit onderwerp in het kader van de nota «De andere kant van Nederland» (Kamerstukken II 1995/1996, 24 515, nr. 4).

Met betrekking tot het begrip vakantiegeld in de kwijtscheldingsregeling deel ik u mede dat in de nota «De andere kant van Nederland» is voorzien in het instellen van een projectgroep van betrokken departementen en de VNG, inclusief gemeentelijke vertegenwoordigers. Deze projectgroep zal zich onder meer buigen over de afstemming van inkomensafhankelijke regelingen. Daarbij zal tevens het vakantiegeld worden betrokken.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,

A. G. M. van de Vondervoort


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.

Naar boven