24 153
Wijziging van de Wet op de accijns

nr. 6
NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Ontvangen 29 mei 1995

1. Algemeen

De leden van de fractie van de VVD hebben met belangstelling kennis genomen van het onderhavige voorstel van wet. Deze leden vragen of de voorgenomen wijziging van het Uitvoeringsbesluit accijns in verband met de tweede vereenvoudigingsrichtlijn accijns1 op instemming van het bedrijfsleven kan rekenen.

Het voorstel tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit accijns is in het kader van de onder de commissie-Thunnissen ressorterende Task Force accijnzen en douane besproken met het bedrijfsleven. Het bedrijfsleven kan zich vinden in de voorgestelde wijze van implementatie van de vorengenoemde richtlijn in het Uitvoeringsbesluit accijns. De wensen die het bedrijfsleven heeft, betreffen een enkel punt met betrekking tot de Europese regelgeving zelf en niet de wijze van implementatie. De tweede vereenvoudigingsrichtlijn accijns geeft, vooruitlopend op nader geharmoniseerde Europese regelgeving, voorschriften over de wijze waarop met verliezen en tekorten moet worden omgegaan. Het bedrijfsleven heeft aangedrongen op een spoedige totstandkoming van geharmoniseerde Europese regelgeving ter zake. Die wens wordt dezerzijds onderschreven en zal in het Brusselse overleg worden ingebracht.

Voorts vragen de leden van de fractie van de VVD welke onderdelen van de Nederlandse wetgeving niet op brede steun in Brussel hebben kunnen rekenen.

In het overleg bij de totstandkoming van de tweede vereenvoudigingsrichtlijn accijns zijn de Nederlandse wensen, ik neem aan dat deze leden daarop doelen, op één onderdeel slechts ten dele gehonoreerd. Het betreft de definitie van de minerale oliën die volgens de horizontale richtlijn accijns2 dienen te worden onderworpen aan de controle en aan de voorschriften inzake het verkeer (artikel 2, tweede lid, van de tweede vereenvoudigingsrichtlijn accijns). Het Nederlandse standpunt is steeds geweest slechts die minerale oliën onder het controlestelsel van de horizontale richtlijn accijns te brengen waarvoor op grond van de zogenoemde tariefrichtlijn minerale oliën3 een tarief is vastgesteld of die zijn bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof of als brandstof voor verwarming. Hoewel het aantal (soorten) minerale oliën dat onder controle intracommunautair dient te worden vervoerd uiteindelijk is beperkt, is er op dit punt naar de mening van Nederland nog onvoldoende vereenvoudiging bereikt. Om het gewenste resultaat toch zoveel mogelijk te bevorderen is er op initiatief van Nederland aan het bij artikel 2, tweede lid, van de tweede vereenvoudigingsrichtlijn accijns aan de structuurrichtlijn minerale oliën1 toegevoegde artikel 2bis een derde lid toegevoegd, op grond waarvan lid-staten bij bilaterale overeenkomst bepaalde minerale oliën vrij kunnen stellen van de controlemaatregelen ingevolge de horizontale richtlijn accijns. Thans wordt, in overleg met het bedrijfsleven, met voortvarendheid gewerkt aan het afsluiten van dergelijke administratieve overeenkomsten met de belangrijkste handelspartners.

De Staatssecretaris van Financiën,

W. A. F. G. Vermeend


XNoot
1

Richtlijn nr. 94/74/EG van de Raad van de Europese Unie van 22 december 1994 tot wijziging van Richtlijn 92/12/EEG betreffende de algemene regeling voor accijnsprodukten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop, Richtlijn 92/81/EEG betreffende de harmonisatie van de structuur van de accijns op minerale oliën en Richtlijn 92/82/EEG betreffende de onderlinge aanpassing van de accijnstarieven voor minerale oliën (PbEG L 365).

XNoot
2

Richtlijn nr. 92/12/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 februari 1992 betreffende de algemene regeling voor accijnsprodukten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop (PbEG L 76).

XNoot
3

Richtlijn nr. 92/82/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 19 oktober 1992 betreffende de onderlinge aanpassing van de accijnstarieven voor minerale oliën (PbEG L 316).

XNoot
1

Richtlijn nr. 92/81/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 19 oktober 1992 betreffende de harmonisatie van de structuur van de accijns op minerale oliën (PbEG L 316).

Naar boven