nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet houdende
wijziging van artikel 6 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945
in verband met het verlengen van de delegatiebevoegdheid.
De toelichtende memorie die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage,
1 mei 1995
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om de delegatie
van de bevoegdheid van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
om toestemming te verlenen tot het beëindigen van een arbeidsverhouding,
te verlengen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
In artikel 6, derde lid, van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen
1945 wordt «1995» vervangen door: 1997.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 1996.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,