nr. 17
VIERDE NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 20 november 1997
In het voorstel van wet worden de volgende wijzigingen aangebracht:
Artikel IV komt te luiden:
ARTIKEL IV
In de Wet van 15 december 1993, Stb. 716, houdende wijziging van het stelsel
van stichtingsnormen en opheffingsnormen in de Wet op het basisonderwijs en
van het huisvestingsstelsel in de Wet op het basisonderwijs en de Interimwet
op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs, komt artikel
V te luiden:
ARTIKEL V
De school voor openbaar en protestants-christelijk onderwijs in Earnewâld
wordt niet voor een bij koninklijk besluit te bepalen datum opgeheven, tenzij
deze school indien zij als nevenvestiging onderdeel zou vormen van een andere
school wegens het niet voldoen aan een van de normen voor bekostiging van
een nevenvestiging, genoemd in artikel 107e, eerste lid, van de Wet op het
basisonderwijs zou moeten worden opgeheven. Indien deze school op een bij
koninklijk besluit te bepalen datum voldoet aan de criteria voor het voortbestaan
als zelfstandige school kan de bekostiging van deze school met ingang van
een bij koninklijk besluit te bepalen datum worden voortgezet zolang na laatstgenoemde
datum geen opheffing op grond van de artikelen 107 tot en met 108 van de Wet
op het basisonderwijs behoeft plaats te vinden.
Toelichting
In de Wet van 15 december 1993, Stb. 716, is in artikel V een voorziening
getroffen voor de school in Earnewâld in die zin dat de bekostiging
van die school m.i.v. 1 augustus 1999 wordt beëindigd indien niet vóór
1 oktober 1998 een passende voorziening is getroffen.
Het oorspronkelijke wetsvoorstel samenwerkingsscholen bood een passend
instrumentarium voor samenwerkingsscholen en daarmee ook voor de school voor
openbaar en protestant-christelijk onderwijs in Earnewâld.
Nu het wetsvoorstel deze mogelijkheid niet meer bevat, zou de school na 1
augustus 1999 aan de instandhoudingsnormen moeten voldoen.
Als gevolg van deze nota van wijziging kan de school in ieder geval bekostigd
blijven tot een bij koninklijk besluit te bepalen datum.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,
T. Netelenbos