nr. 7
NOTA VAN WIJZIGING
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel I, onderdeel G, komt te luiden:
G
In artikel 21a, eerste lid, eerste volzin, wordt «scholen voor speciaal
onderwijs of voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs» vervangen
door: scholen voor speciaal onderwijs of scholen dan wel instellingen voor
speciaal en voortgezet speciaal onderwijs.
B
In artikel II wordt na onderdeel I een nieuw onderdeel ingevoegd, luidend:
I.1
In artikel 108a, derde lid, wordt «een korting met 2% op de rijksvergoeding
voor die maand plaats» vervangen door: een korting op de rijksvergoeding
plaats ter grootte van 2% van 1/12 van de rijksvergoeding over het kalenderjaar
waarin die maand valt.
C
Na artikel XVIII wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidend:
ARTIKEL XVIII.1. BEPERKING KORTING RIJKSVERGOEDING BASISSCHOOL
Indien het bevoegd gezag van een school voor basisonderwijs dat in de
periode voorafgaand aan de inwerkingtreding van artikel II, onderdeel I.1,
van deze wet de verplichting, bedoeld in artikel 108a, eerste lid, van de Wet op het basisonderwijs niet is nagekomen, aantoont dat daardoor
op grond van artikel 108a, derde lid, van de Wet op het basisonderwijs zoals
luidend voor die inwerkingtreding een korting zou plaatsvinden die lager is
dan de korting op grond van laatstgenoemd artikellid, zoals luidend na die
inwerkingtreding, vindt die lagere korting plaats.
D
Artikel XIX wordt gewijzigd als volgt:
1. In het eerste lid wordt «de artikelen VII en IX» vervangen
door: de artikelen II, onderdeel I.1, VII, IX en XVIII.1.
2. In het tweede lid wordt «De artikelen VII en IX» vervangen
door: De artikelen II, onderdeel I.1, VII, IX en XVIII.1.
Toelichting
Onderdeel A
Dit betreft een technische wijziging.
Onderdelen B en C
In onderdeel B wordt bepaald dat de korting op de rijksvergoeding bij
het niet tijdig inzenden van de opgave van het aantal leerlingen van een basisschool
per maand 2% van 1/12 van de rijksvergoeding voor het desbetreffende kalenderjaar
bedraagt. Op basis van de huidige tekst van artikel 108a, derde lid, van de
Wet op het basisonderwijs bedraagt de korting voor elke maand dat het bevoegd
gezag in gebreke is 2% van de rijksvergoeding voor die maand. De uitvoeringslasten
van het berekenen van de rijksvergoeding voor elke afzonderlijke maand zijn
evenwel dermate groot, dat deze bepaling nu wordt gewijzigd.
Invoeging in het onderhavige wetsvoorstel vindt plaats opdat tijdig voor
de eerstvolgende teldatum 1 oktober 1995 de gewijzigde redactie van artikel
108a van de Wet op het basisonderwijs bekend is.
In onderdeel C wordt erin voorzien dat op nalatigheid bij de inzending
tijdens de periode die voorafgaat aan de wijziging het oude recht van toepassing
blijft, indien het bevoegd gezag aantoont dat dit tot een lager inhoudingsbedrag
leidt.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,
T. Netelenbos