24 130
Verslag van de Algemene Rekenkamer over 1994

nr. 12
MOTIE VAN HET LID SCHELTEMA-DE NIE C.S.

Voorgesteld 29 juni 1995

De Kamer,

gehoord de beraadslaging;

constaterende dat vele zelfstandige bestuursorganen tot stand zijn gekomen zonder een adequate regeling van de ministeriële controle- en aanwijzingsbevoegdheden en voorzieningen ten behoeve daarvan;

overwegende dat voor zelfstandige bestuursorganen mede om die reden Aanwijzingen voor de Rijksdienst alsmede een Kaderwet worden voorbereid;

van mening dat ook bestaande zelfstandige bestuursorganen aan de daarin opgenomen criteria ten aanzien van ministeriële controle- en aanwijzingsbevoegdheden zullen moeten gaan voldoen;

constaterende dat de op basis van de motie-Van den Berg c.s. (21 042, nr. 9) toegezegde evaluatie van bestaande zelfstandige bestuursorganen nog steeds niet tot stand is gekomen;

verzoekt de regering de gevraagde evaluatie alsnog te doen verrichten en het ertoe te leiden dat via een saneringswet aanpassing aan de in de Aanwijzingen voor de Rijksdienst en de Kaderwet op te nemen criteria zal plaatsvinden,

en gaat over tot de orde van de dag.

Scheltema-de Nie

H. G. J. Kamp

Rehwinkel

Van den Berg

Naar boven