24 130
Verslag van de Algemene Rekenkamer over 1994

nr. 10
MOTIE VAN HET LID H. G. J. KAMP C.S.

Voorgesteld 29 juni 1995

De Kamer,

gehoord de beraadslaging;

spreekt uit van mening te zijn dat

iedere minister jaarlijks de Kamer dient te rapporteren over de wijze waarop hij zijn bevoegdheden met betrekking tot zelfstandige bestuursorganen heeft uitgeoefend;

dat iedere minister eens per vier jaar de Kamer verslag moet doen over het functioneren en de effectiviteit van ieder van de onder zijn verantwoordelijkheid vallende zelfstandige bestuursorganen en agentschappen,

en gaat over tot de orde van de dag.

H. G. J. Kamp

Scheltema-de Nie

Rehwinkel

Naar boven