24 127
Goedkeuring van het op 31 oktober 1994 te Luxemburg tot stand gekomen Besluit betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (Trb. 1994, 278)

nr. 6
AMENDEMENT VAN HET LID HOOGERVORST

Ontvangen 19 december 1995

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Na artikel 1 wordt een nieuw artikel ingevoegd:

Artikel 1a

Wanneer op grond van artikel 11 van het InterInstitutioneel Akkoord van 29 oktober 1993 over de begrotingsdiscipline en de verbetering van de begrotingsprocedure wordt voorgesteld de financiële vooruitzichten te herzien, dan wel op grond van artikel 4 van ditzelfde akkoord wordt voorgesteld het akkoord te wijzigen, dient de regering, onder overlegging van de daaraan ten grondslag liggende stukken, vooraf de instemming van de Staten-Generaal te hebben verworven, alvorens zij met een verhoging van de financiële vooruitzichten instemt.

Toelichting

De regering heeft reeds in de brief van de Minister van Financiën van 14 februari 1995 (Kamerstukken II 1994/95, 24 099, nr. 1) aangegeven zich terughoudend op te stellen en het budgettaire aspect sterk te laten wegen bij voorstellen om de financiële vooruitzichten te verhogen. De instemming van de Staten-Generaal met verhogingen van de financiële vooruitzichten is niet benodigd op grond van het Verdrag van Maastricht en de regering heeft het InterInstitutioneel Akkoord (PbEG C331/01 van 7 december 1993) niet aan de Staten-Generaal voorgelegd. Gegeven het feit dat met de goedkeuring van het besluit betreffende het stelsel van eigen middelen aan de regering een aanzienlijke discretie wordt gelaten inzake beslissingen om de uitgaven van de Europese Gemeenschappen te verhogen en daarmee de afdrachten van Nederland aan de Unie te doen toenemen, dient de goedkeuring van het voorliggende besluit, naar de mening van de indiener van het amendement, gebonden te zijn aan een verdere explicitering van de intentie van de toezegging van de regering zich terughoudend op te stellen ten aanzien van verhogingen van de financiële vooruitzichten. Indien de regering voornemens is in te stemmen met verhogingen van de financiële vooruitzichten als bedoeld via de artikelen 11 en 4 van het akkoord, dient hieraan voorafgaand de instemming van de Staten-Generaal te zijn verworven.

Hoogervorst

Naar boven