nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet houdende
goedkeuring van het op 31 oktober 1994 te Luxemburg tot stand gekomen Besluit
betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen
(Trb. 1994, 278).
De toelichtende memorie (en bijlagen) die het wetsvoorstel vergezelt,
bevat de gronden waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage,
30 maart 1995
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut ! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het op 31 oktober 1994 te Luxemburg
tot stand gekomen Besluit betreffende het stelsel van eigen middelen van de
Europese Gemeenschappen ingevolge artikel 91, eerste lid, van de Grondwet
de goedkeuring van de Staten-Generaal behoeft, alvorens het door het Koninkrijk
kan worden aangenomen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
Artikel 1
Het op 31 oktober 1994 te Luxemburg tot stand gekomen Besluit betreffende
het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen, waarvan de
Nederlandse tekst is geplaatst in Tractatenblad 1994, 278, wordt goedgekeurd
voor Nederland.
Artikel 2
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad, waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Buitenlandse Zaken,
De Minister van Financiën,
De Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,