nr. 119
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 november 2004
Bij deze wil ik u informeren over mijn besluit de subsidie aan de stuurgroep
weesgeneesmiddelen voor de komende drie jaar te continueren met € 453 000
per jaar. Tot dit besluit ben ik gekomen na kennis te hebben genomen van de
conclusies en aanbevelingen in het evaluatierapport over de stuurgroep. Ambtenaren
van mijn ministerie hebben deze evaluatie, in samenwerking met een extern
onderzoeksbureau, recent uitgevoerd. Het evaluatierapport ontvangt u als bijlage
bij deze brief.1
Mijn ambtsvoorganger mw. Borst, heeft, op advies van de Raad voor Gezondheidsonderzoek
(RGO), een onafhankelijke stuurgroep weesgeneesmiddelen ingesteld ( april
2001) voor een periode van bijna vier jaar (tot 31 december 2004). Alvorens
een besluit te nemen over voortzetting van de hieraan verbonden subsidie,
heb ik een evaluatie laten uitvoeren. De belangrijkste vragen hierin betroffen
de activiteiten van de stuurgroep zelf én de effecten van die activiteiten
op de relevante doelgroepen (patiënten met een zeldzame aandoening, onderzoekers,
behandelaars, de farmaceutische industrie, verzekeraars).
In de stuurgroep hebben zitting vertegenwoordigers van de in het bovenstaande
genoemde groepen, met uitzondering van de verzekeraars. Het agentschap College
ter Beoordeling van geneesmiddelen en het College voor zorgverzekeringen zijn
eveneens vertegenwoordigd. De stuurgroep krijgt logistieke en wetenschappelijke
ondersteuning van ZonMw en deze instantie beheert ook de subsidie.
De stuurgroep heeft zijn opdracht (zie bijlage 1 van het rapport) goed
opgepakt en uitgevoerd en ik ben dan ook positief over de uitkomst. De stuurgroep
heeft, conform zijn opdracht en met de beschikbare middelen, ervoor heeft
gezorgd dat de informatie voor patiënten, maar ook voor andere betrokkenen
duidelijk is verbeterd. Het is onmiskenbaar dat de zeldzame aandoeningen en
de weesgeneesmiddelen inmiddels beter dan voorheen «op de kaart staan».
Ook internationaal is de stuurgroep «aanwezig» en hij heeft inmiddels
een relevant netwerk opgebouwd met relevante personen, organisaties
en instituten in Nederland en daarbuiten. Ook de doelgroepen zijn positief
over de uitkomsten al heeft men op een aantal punten wel kritiek. Met de kritiek
kan ik deels instemmen. Een opmerkelijke bevinding is bijvoorbeeld hoe de
verschillende vertegenwoordigers van doelgroepen aankijken tegen de mogelijkheden
en beperkingen voor de stuurgroep in het uitvoeren van zijn formele opdracht.
Nadere verheldering hiervan voor de doelgroepen acht ik daarom van groot belang,
alleen al ter voorkoming van onrealistische verwachtingen ten aanzien van
de mogelijkheden voor de stuurgroep.
De stimulering van onderzoek en ontwikkeling van weesgeneesmiddelen is
in de afgelopen periode enigszins achtergebleven, veeleer lag het accent op
de beschikbaarheid van geregistreerde weesgeneesmiddelen in Nederland. Dit
betrof echter een beargumenteerde keuze van de stuurgroep kort na de start
van zijn werkzaamheden. Niettemin, de stuurgroep heeft dit «achterblijven»
zelf ook geconstateerd. In een latere fase is, in samenwerking met ZonMw,
een plan opgesteld om dit op te pakken. Op basis van dit plan heb ik eerder
dit jaar een extra subsidie verleend aan ZonMw van €125 000 per
jaar voor een periode van vier jaar. ZonMw en de stuurgroep zullen gezamenlijk
nadere invulling geven aan plannen om deze extra subsidie doelmatig te besteden.
Met de wens van de verzekeraars dat zij graag vertegenwoordigd zouden willen
zijn in de stuurgroep ben ik het eens, gezien hun toenemende rol in de uitvoering
van het beleid rond geneesmiddelen.
Het evaluatierapport komt tot de volgende aanbevelingen:
• Stel een communicatieplan op met als doel de mogelijkheden en beperkingen
voor de stuurgroep te verhelderen;
• Richt de communicatie over relevante algemene en specifieke onderwerpen
vooral op doelgroepen;
• Volg relevant wetenschappelijk onderzoek en patiëntenzorg
in (academische) ziekenhuizen, coördineer en stimuleer dit waar mogelijk;
• Geef een hogere prioriteit aan onderzoek en ontwikkeling van geneesmiddelen
met behulp van de reguliere en de extra subsidie;
• Neem een vertegenwoordiger van de verzekeraars op in de stuurgroep;
• Betrek de stuurgroep meer – en eerder – bij het overleg
rond de vergoeding.
In de subsidiebrief aan de stuurgroep zal ik deze aanbevelingen nader
uitwerken.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
J. F. Hoogervorst