24 117
Voorstel van Wet tot regeling van een vereenvoudigde administratie van de grootboekschuld (Wet administratie grootboekschuld)

nr. 6
NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Ontvangen 6 juni 1995

De leden van de CDA-fractie vroegen of de regering nog meer van deze historische operaties op het oog heeft.

Dit is voor het beleidsterrein van het Ministerie van Financiën niet het geval.

De leden van de VVD-fractie vroegen, of het feit dat de minister vermeldt dat van een schuldbedrag van f 1 mln de houder onbekend is, betekent dat van de overige f 91 mln grootboekschuld de houders en hun adressen (wél) bekend zijn.

Voor het schuldbedrag van bijna f 1 mln waarvan de houders «onbekend» zijn, geldt dat de Directie van de Grootboeken aan de hand van haar eigen administratie heeft vastgesteld dat de personen of instellingen die bij haar als rechthebbenden staan ingeschreven, zijn overleden of hebben opgehouden te bestaan, terwijl zich geen rechtsopvolgers hebben aangemeld en men de inschrijving heeft gelaten voor wat hij is.

Daarnaast moet worden opgemerkt dat er door de Directie van de Grootboeken geen adressenbestanden werden (en worden) bijgehouden van grootboekschuldeisers. In de Grootboekwet en de daarop gebaseerde besluiten ontbreekt iedere verplichting daartoe. Een en ander vindt zijn oorzaak in het feit dat men er indertijd bij de opzet van het Grootboekstelsel vanuit ging dat de Directie van de Grootboeken zich strikt lijdelijk diende op te stellen. Deze lijn is nadien steeds gevolgd.

Dit betekent dat ook ter zake van het schuldbedrag van f 91 miljoen waarvan de houders, – gelet op het voorgaande –, «bekend» zijn, de mogelijkheid bestaat dat een persoon of instelling die als rechthebbende te boek staat, zich straks niet aanmeldt.

De leden van de VVD-fractie vroegen of vlak voor het verstrijken van de aanmeldingstermijn van 10 jaar nog een poging zal worden gedaan houders te bereiken die zich nog niet hebben gemeld.

Deze vraag wordt bevestigend beantwoord. De gedachten van ondergetekende gaan in dit verband uit naar advertenties, waarin aandacht zal worden gevraagd voor de verplichte aanmelding in het kader van dit wetsontwerp De leden van de VVD-fractie vroegen tenslotte hoe hoog het bedrag wordt geschat dat uiteindelijk aan de Staat zal toevallen.

Omdat niet bekend is hoeveel rechthebbenden zich straks zullen aanmelden, is het niet mogelijk om een schatting te maken van het bedrag dat uiteindelijk aan de Staat zal toevallen.

De Minister van Financiën,

G. Zalm

Naar boven