24 109
Een bijzondere voorziening voor de versnelde uitvoering van werken tot versterking van enige dijkvakken langs de Rijn en zijn zijtakken en langs de bedijkte Maas, alsmede van werken tot aanleg van kaden langs de onbedijkte Maas en langs een gedeelte van de Rijksweg A2 (Deltawet grote rivieren)

nr. 15
AMENDEMENT VAN HET LID BLAUW C.S.

Ontvangen 29 maart 1995

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

Onder aanduiding van de bestaande tekst van artikel 2 als eerste lid wordt aan dit artikel een nieuw lid toegevoegd, luidende:

2. Indien wettelijke voorschriften een zodanige belemmering voor de uitvoering van het in het plan van uitvoering beschreven werk vormen, dat het volstrekt noodzakelijk wordt geacht die voorschriften buiten toepassing te laten, kunnen gedeputeerde staten bij de vaststelling van het plan als bedoeld in artikel 4, bepalen dat die bij hun besluit aan te wijzen voorschriften buiten toepassing blijven.

Toelichting

Rekening dient te worden gehouden met rechtstreeks werkende, dus niet van een afzonderlijk te nemen besluit afhankelijke, wettelijk voorschriften, waarvan onder bijzondere omstandigheden de (volledige) naleving een – uit oogpunt van de hoge urgentie van de werken – aanzienlijke belemmering zou kunnen opleveren. Het kan bijvoorbeeld gaan om bepaalde, bij of krachtens de Wet bodembescherming voorgeschreven onderzoeksverplichtingen met betrekking tot bouwmaterialen. Ook verordeningen van provincies, waterschappen of gemeenten zouden een dergelijke belemmering kunnen betekenen. Bij het laatste zou het bijvoorbeeld kunnen gaan om voorschriften, in acht te nemen met het oog op beschermde stads- of dorpsgezichten.

Gedoeld wordt op situaties waarbij een bepaald wettelijk voorschrift een onevenredige belemmering vormt. Het optreden daarvan zal in het algemeen bij de voorbereiding van het concept-plan al naar voren zijn gekomen, zodat het ook aan de orde kan komen in de openbare voorbereidingsprocedure. De eis dat het buiten toepassing blijven «volstrekt noodzakelijk» moet zijn is ontleend aan artikel 41 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, dat als onderdeel van de zg. NIMBY-wet een analoge bepaling bevat. Die bepaling betreft overigens alleen verordeningen van lagere overheden. Het amendement richt zich ook op eventuele voorschriften die zijn gesteld bij of krachtens formele wet, zij het uiteraard niet de Grondwet.

Blauw

Lilipaly

Van Waning

Van den Berg