nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot wijziging
van de Wet tot invoering van een leeftijdsgrens voor het notarisambt en oprichting
van een notarieel pensioenfonds onder meer in verband met de invoering van
een premiegrensinkomen.
De toelichtende memorie (en bijlagen) die het wetsvoorstel vergezelt,
bevat de gronden waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage,
28 februari 1995
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet tot
invoering van een leeftijdsgrens voor het notarisambt en oprichting van een
notarieel pensioenfonds te wijzigen, met name met het oog op het invoeren
van een premiegrensinkomen.
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Wet tot invoering van een leeftijdsgrens voor het notarisambt en oprichting
van een notarieel pensioenfonds wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1 wordt «candidaat-notarissen» telkenmale vervangen
door: kandidaat-notarissen.
B
Artikel 3 vervalt.
C
Artikel 4 wordt gewijzigd als volgt:
1. In het eerste lid wordt «candidaat-notarissen» telkenmale
vervangen door: kandidaat-notarissen.
2. In het derde lid wordt «candidaat-notarissen» vervangen
door: kandidaat-notarissen.
3. In het vierde lid wordt «stichtingsbrief» vervangen door:
statuten en «bepaalt» vervangen door: bepalen.
4. In het vijfde lid wordt «stichtingsbrief» vervangen door:
statuten.
5. In het zesde lid wordt «stichtingsbrief» telkenmale vervangen
door: statuten.
D
Artikel 5 wordt gewijzigd als volgt:
1. In het eerste lid wordt «candidaat-notaris» vervangen door:
kandidaat-notaris.
2. In het tweede lid wordt «candidaat-notaris» vervangen door:
kandidaat-notaris.
3. In het vierde lid wordt «candidaat-notaris» vervangen door:
kandidaat-notaris.
E
Artikel 6 wordt gewijzigd als volgt:
1. Het tweede lid komt te luiden:
2. In het pensioenreglement kunnen pleegkinderen worden gelijkgesteld
met kinderen die in familierechtelijke betrekkingen tot de deelnemer of gewezen
deelnemer staan.
2. Het derde lid komt te luiden:
3. Notarissen-deelnemers zijn aan het fonds schuldig een bij het pensioenreglement
te bepalen percentage van de uit hun beroep van notaris genoten beroepswinst
tot een bij of krachtens het pensioenreglement vast te stellen maximumbedrag.
Het percentage alsmede het maximumbedrag zijn voor alle notarissen gelijk.
3. Het vierde lid komt te luiden:
4. Kandidaat-notarissen-deelnemers zijn aan het fonds schuldig een bij
het pensioenreglement te bepalen percentage van het uit hun beroep van kandidaat-notaris
genoten inkomen tot een bij of krachtens het pensioenreglement vast te stellen
maximumbedrag, na aftrek van de kosten van verwerving. Het percentage alsmede
het maximumbedrag zijn voor alle kandidaat-notarissen gelijk.
4. In het vijfde lid wordt «candidaat-notaris» vervangen door:
kandidaat-notaris.
5. In het zesde lid, onder a en b, worden de woorden «candidaat-notaris»
en «candidaat-notarissen» vervangen door: kandidaat-notaris en
kandidaat-notarissen.
6. In het zevende lid worden de woorden «candidaat-notarissen»
en «stichtingsbrief» vervangen door: kandidaat-notarissen en statuten.
F
In artikel 7, aanhef en onder g. wordt «stichtingsbrief» vervangen
door: statuten.
G
In artikel 10 wordt «stichtingsbrief» vervangen door: statuten.
H
In artikel 11, eerste lid, wordt «candidaat-notarissen» vervangen
door: kandidaat-notarissen.
I
In artikel 13 wordt «stichtingsbrief» vervangen door: statuten.
J
Na artikel 18 wordt een nieuw artikel 19 ingevoegd, luidende:
Artikel 19
Titel II van de Ambtenarenwet, voor zover deze betrekking heeft op verrekening
met en beslag op pensioen, is van overeenkomstige toepassing op een door het
fonds uit te keren pensioen.
K
Artikel 20 komt te luiden:
Artikel 20
1. Overdracht, inpandgeving of elke andere handeling, waardoor de deelnemer
of gewezen deelnemer enig recht op zijn pensioen of zijn aanspraak op pensioen
aan een ander toekent, is slechts geldig voor zover beslag op zijn pensioen
geldig zou zijn bij ontbreken van andere inkomsten.
2. Volmacht tot invordering van het pensioen, onder welke vorm of welke
benaming ook verleend, is steeds herroepelijk.
3. Elk beding strijdig met het eerste lid is nietig.
L
In artikel 23, eerste lid, vervallen de woorden «van de tweede afdeling».
M
In artikel 24, eerste lid, onder a, wordt «candidaat-notaris»
vervangen door: kandidaat-notaris.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle
ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de
nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Justitie,