nr. 4
VERSLAG
De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet,
heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen. Onder
het voorbehoud dat de hierin gestelde vragen en gemaakte opmerkingen tijdig
zullen zijn beantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over het
voorstel van wet voldoende voorbereid.
De leden van de CDA-fractie hebben enige aarzelingen bij het voorliggende
wetsvoorstel. Omdat er verschillen in ziektekosten zijn geconstateerd, die
een relatie hebben met de sociaal-economische positie van verzekerden, wordt
er een verdeelcriterium voor het verstrekkingenbudget AWBZ gezocht dat hiermee
rekening houdt. Omdat dit criterium echter nog niet voorhanden is, is noodgedwongen
gekozen de verzekeringsvorm (al dan niet ziekenfondsverzekerd) voorlopig als
verdeelcriterium te hanteren. De aarzeling bij deze leden vloeit voort uit
de omstandigheid dat verschillen in gebruik van gezondheidsvoorzieningen tussen
al dan niet ziekenfondsverzekerden niet alleen samenhangen met verschil in
sociaal-economische posities tussen beide populaties verzekerden, maar ook
met het verschil in prikkels dat uitgaat op de medische consumptie samenhangend
met de verzekeringsvorm. Het komt deze leden ongewenst voor indien in het
verdeelcriterium de eventueel aanwezige overconsumptie door ziekenfondsverzekerden
wordt verdisconteerd. Graag zien deze leden een nadere uiteenzetting op dit
cruciale punt tegemoet. Tenslotte vragen deze leden hoelang het voorlopige
karakter van het verdeelcriterium zal worden gehandhaafd. Over hoeveel tijd
denkt de regering te komen met een verdeelcriterium dat wel rekening houdt
met de sociaal-economische verschillen?
De leden van de VVD-fractie hebben zich verbaasd over de late indiening
van het onderhavige wijzigingsvoorstel. Zij constateren dat de noodzaak hiervan
reeds per 1 januari 1992 bestond, en vragen de regering nadere informatie
hieromtrent, aangezien de regering op dit punt volstaat met de constatering
dat is verzuimd dit bij de Wet stelselwijziging ziektekostenverzekering tweede
fase te regelen. Als een en ander niet eerder geregeld kon worden, dan had
het naar het oordeel van de leden van de VVD-fractie in ieder geval direct
volgend op het genoemde advies van de Ziekenfondsraad van 24 maart 1994 gekund.
Verder vragen de leden van de VVD-fractie hoe dit wetsvoorstel zich verhoudt
tot de voornemens van de regering, zoals verwoord in de brief van 20 maart
1995 inzake kostenbeheersing in de zorgsector (Kamerstuk 24 124, nrs.
1 en 2), in het bijzonder voor wat betreft de wijzigingen in het bestuurlijk/wetgevend
programma in het kader van de AWBZ, waarbij sprake is van strikte aanbodregulering.
Tenslotte vragen de leden van de VVD-fractie wat precies bedoeld wordt
met de term «voorlopig» in de zin «... de verzekeringsvorm
(..) voorlopig als verdeelcriterium te hanteren» (blz. 2 van de memorie
van toelichting).
De leden van de RPF-fractie hebben kennisgenomen van het onderhavige wetsvoorstel.
Zij begrijpen dat dit voorstel te maken heeft met de stelselwijziging van
ziektekosten, zoals die in het vorige kabinet is voorgesteld. De verstrekkingen
in het kader van de AWBZ zijn gebaseerd op historische kosten en normatieve
verdeelcriteria. Een van deze verdeelcriteria is de verzekeringsvorm, die
1 januari 1992 is ingevoerd. Dit criterium, zo begrijpen zij, is strijdig
met artikel 40 van de Wet financiering volksverzekeringen. Het vijfde lid
van dit artikel verbiedt namelijk het onderscheid tussen verzekeringsvormen
bij het doen van uitkeringen door de Ziekenfondsraad uit het Algemeen Fonds
Bijzondere Ziektekosten. Deze leden vragen waarom de voorgestelde wetswijziging
zo lang is uitgebleven, gezien het overgenomen advies van de Ziekenfondsraad
van 24 maart 1994.
De regering erkent dat het beter was geweest om in het kader van de Wet
stelselwijziging ziektekostenverzekering tweede fase, het artikellid te laten
vervallen. Waarom is dat verzuimd? De verzekeringsvorm is voorlopig als verdeelcriterium
ingevoerd. Waarom voorlopig? En als het om een tijdelijke invoering gaat,
waarom is dan het laten vervallen van het vijfde lid nodig?
Tevens vragen zij of deze wijziging nu nog nodig is, gelet op de voornemens
van de regering terzake van het stelsel van ziektekostenverzekeringen in de
hierbovengenoemde brief inzake kostenbeheersing in de zorgsectorakkoord.
De voorzitter van de commissie,
Van Nieuwenhoven
De griffier voor dit verslag,
Nava
XNoot
1Samenstelling: Leden: Dees (VVD), Lansink (CDA), Schutte (GPV), De Korte
(VVD), Van Nieuwenhoven (PvdA), voorzitter, Van der Heijden (CDA), ondervoorzitter,
Van Heemskerck Pillis-Duvekot (VVD), M. M. H. Kamp (VVD), Doelman-Pel (CDA),
Swildens-Rozendaal (PvdA), Vliegenthart (PvdA), Mulder-van Dam (CDA), Versnel-Schmitz
(D66), Middel (PvdA), Leerkes (U55+), Nijpels-Hezemans (AOV), Fermina (D66),
Oedayraj Singh Varma (GroenLinks), Dankers (CDA), Marijnissen (SP), Oudkerk
(PvdA), Cherribi (VVD), Sterk (PvdA), Van Boxtel (D66), Van Vliet (D66).
Plv. leden: Cornielje (VVD), Soutendijk-van Appeldoorn (CDA), Van der
Vlies (SGP), Essers (VVD), Lilipaly (PvdA), Esslink (CDA), Rijpstra (VVD),
Voûte-Droste (VVD), Smits (CDA), Dijksman (PvdA), Houda (PvdA), Beinema
(CDA), Van den Bos (D66), Vreeman (PvdA), Rouvoet (RPF), Boogaard (AOV), Van
Waning (D66), Sipkes (GroenLinks), De Jong (CDA), vacature (CD), Kalsbeek-Jasperse
(PvdA), J. M. de Vries (VVD), Noorman-den Uyl (PvdA), Hirsch Ballin (CDA),
Bakker (D66).