nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet houdende
wijziging van artikel 40 van de Wet financiering volksverzekeringen.
De toelichtende memorie die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
21 februari 1995
Beatrix
nr. 2
Voorstel van Wet
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is wijziging
te brengen in de regelen ten aanzien van het doen van uitkeringen uit het
Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten, bedoeld in artikel 38 van de Wet financiering
volksverzekeringen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Artikel 40, vijfde lid, van de Wet financiering volksverzekeringen vervalt.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1
januari 1992. Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal
worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren
wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,