24 095 Frequentiebeleid

Nr. 259 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 juni 2010

Tijdens het Algemeen Overleg met de vaste commissie van Economische Zaken op 6 april 2010 (kamerstuk 31 412/24 095, nr. 22) is onder meer de voortgang van het beleid ten aanzien van commerciële etherradio (in de AM- en FM-band) aan de orde geweest1. Het betrof het zogenaamde digitaliseringsbeleid, en in het bijzonder de keuze om bestaande commerciële radiovergunningen te verlengen onder de voorwaarde dat de vergunninghouder investeert in de digitalisering van de ether via TDAB. Tijdens het bovengenoemde AO heeft de vaste commissie van Economische Zaken mij gevraagd de verlenging van deze commerciële radiovergunningen met spoed doorgang te laten vinden. Daarop heb ik toegezegd de uitvoering van het verlengingsbeleid voor zover mogelijk te versnellen.

Zoals is aangeduid in de brief van de staatssecretaris van Economische Zaken van 23 juni 20092 is het van belang dat de wettelijke grondslag voor deze verlengingen wordt verstevigd. Hiertoe is een ontwerpbesluit tot wijziging van (onder meer) het Frequentiebesluit in procedure gebracht en voor advies aangeboden aan de Raad van State. In zijn advies maakt de Raad opmerkingen over de wijze waarop de transitie naar digitale radio wordt doorgevoerd op grond van dit besluit. Gelet op de aard van deze opmerkingen ligt het niet in de rede op dit moment onomkeerbare besluiten te nemen bij de uitwerking van het digitaliseringsbeleid. Het is aan de nieuwe bewindspersoon te besluiten of en hoe het verlengingsbeleid uit te voeren. Dat betekent ook dat tot dat tijdstip geen formele stappen ter uitvoering van het verlengingsbeleid zullen worden gezet. De bestaande wettelijke termijn voor de indiening van verlengingsaanvragen, die voor deze vergunningen zou aflopen op 1 september a.s., wordt aangepast om een latere indiening en behandeling van verlengingsaanvragen mogelijk te maken. In lijn met het voorgaande zal ik de reactie op het waardebepalingsrapport, zoals op 22 juni jl. verzocht door de vaste commissie van Economische Zaken, aan mijn ambtsopvolger overlaten.

De minister van Economische Zaken,

M. J. A. van der Hoeven


XNoot
1

Tweede Kamer, vergaderjaar 2009–2010, 24 095, nr. 254.

XNoot
2

Tweede Kamer, vergaderjaar 2008–2009, 24 095, nr. 241.

Naar boven