24 095
Frequentiebeleid

nr. 10
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 9 januari 1997

Ik schrijf u naar aanleiding van de vragen in de brief van de leden der kamer Van Zuijlen, Van Rooij en Kamp. (zie bijlage)

Ik heb net als u vastgesteld dat de ontwikkeling van de mobiele markt op dit moment sneller plaatsvindt dan ten tijde van de GSM-vergunning-verlening werd verwacht. Om die reden is er dan ook al overleg geweest met Libertel over hun behoefte aan frequenties en de mogelijkheden om hieraan tegemoet te komen. In dat overleg heeft Libertel aangegeven dat zij bij de huidige groei voorzien dat zij medio 1997 een beroep kunnen doen op additionele frequenties in de 900 MHz band. Om hier adequaat op te kunnen reageren, wordt er op dit moment gewerkt aan een stappenplan voor het vrijmaken van NMT3 frequenties ten behoeve van de GSM-vergunninghouders. Ik onderken dat hier een knelpunt ontstaat, omdat deze frequenties nu nog volop door KPN worden gebruikt. Hier zal dus gezocht moeten worden naar een weg waarbij aan alle belangen zoveel mogelijk tegemoet wordt gekomen. Belangrijk is wel dat reeds bij de vergunningverlening voor GSM is aangegeven dat, indien er een frequentietekort voor GSM ontstaat, hiervoor frequenties van het NMT3 net vrijgemaakt moeten worden.

Het stappenplan zal nog enige tijd en vooral ook overleg met KPN en Libertel vergen, voordat het kan worden afgerond. Ik verwacht dat dit in het eerste kwartaal van 1997 afgerond kan worden.

Zodra een beroep op extra frequenties wordt gedaan, zal eerst worden beoordeeld of inderdaad aan de frequentie-efficiency eis wordt voldaan. KPN zal dan een opdracht krijgen om frequenties van het NMT3 net vrij te maken. Zodra deze vrij zijn, kunnen ze ter beschikking gesteld worden van de betreffende GSM-vergunninghouder. Dit zal uiteraard gaan tegen dezelfde vergoeding die voor de overige frequenties dient te worden betaald, naar rato van de tijd die de GSM-vergunninghouder nog over deze frequenties kan beschikken.

Het tijdstip waarop de gehele GSM-band beschikbaar is voor GSM, kan ik op dit moment niet aangeven. Dit hangt af van enkele factoren. Ten eerste kan niet met zekerheid gezegd worden hoe de groei van GSM zal ontwikkelen. Ook zou KPN op zeker moment kunnen besluiten dat het NMT3 net afgebouwd gaat worden. Tenslotte is het nog steeds mogelijk dat er in internationaal verband additionele frequenties voor GSM ter beschikking worden gesteld. Zeker in dit laatste geval zal de dan ontstane situatie geëvalueerd moeten worden, voordat KPN gedwongen wordt het NMT3 net af te bouwen ten gunste van de GSM-vergunninghouders.

Zou de huidige groei onverminderd doorzetten en zouden er geen additionele GSM-frequenties beschikbaar komen, dan is te verwachten dat binnen enkele jaren de gehele GSM-band ter beschikking staat van de GSM-vergunninghouders.

Op 18 december is het wetsvoorstel voor de vergunningverlening voor DCS 1800 door het Kabinet van de Koningin aan de Tweede Kamer aangeboden. In de memorie van toelichting bij dit wetsvoorstel heb ik ook aangegeven hoe ik denk dat het beste bepaald kan worden hoe de nog resterende 7 MHz verdeeld kan worden. Zoals ik in antwoord op hun vragen ook reeds aan Libertel heb medegedeeld, zal ik zo spoedig mogelijk de marktpartijen consulteren over de bestemming van deze frequenties. Een afschrift van die brief heeft u reeds ontvangen.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink

BIJLAGE

's-Gravenhage, 4 december 1996

Aan de minister van Verkeer en Waterstaat

Namens de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat verzoek ik u om een antwoord op de aan u gestelde vragen in de brief van de leden der Kamer Van Zuijlen, Van Rooij en Kamp (zie bijlage)

De griffier van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat

Coenen

Aan de voorzitter van de Vaste Kamercommissie voor Verkeer en Waterstaat

Den Haag, 28 november 1996

Wij stellen u voor als commissie de volgende vragen aan de minister van Verkeer en Waterstaat voor te leggen en haar uit te nodigen daar in een brief aan de Kamer op in te gaan.

Bij het verlenen van de GSM-vergunningen voor mobiele communicatie is bepaald dat extra frequenties aan vergunninghouders ter beschikking worden gesteld zodra een bepaalde frequentie-economie is bereikt?

Door de versnelde ontwikkeling van de mobiele markt en de beperkte capaciteit van de thans beschikbare GSM-frequenties zal reeds begin 1997 een beroep moeten worden gedaan op het vrijmaken van frequenties in de 900 Mhz-band die nu in gebruik zijn bij het analoge mobiele net van PTT Telecom (NMT3).

Op welke wijze en op welke termijn denkt de minister zekerheid te kunnen verschaffen dat frequenties in de 900 Mhz-band tijdig beschikbaar worden gesteld aan de huidige vergunninghouders van een GSM-netwerk? Wanneer zal de gehele 900 Mhz-band beschikbaar komen voor GSM?

Naast de 15 Mhz frequentieruimte op de 1800 Mhz-band die gereserveerd is voor een nieuwe vergunninghouder is er nog 7 Mhz die in principe beschikbaar kan komen voor bijvoorbeeld de GSM-vergunninghouders. Wat denkt de minister ervan om deze ruimte beschikbaar te stellen voor operationeel- in plaats van experimenteel gebruik? Aan welke termijn denkt de minister hierbij en aan welke financiële voorwaarden? Wanneer komt de rest van de 1800 Mhz-band beschikbaar en welke mogelijkheden zijn er om delen ervan eerder vrij te maken en alternatieve infrastructuren hiervoor in te zetten?

Wij maken ons grote zorgen over de voortgang van het wetgevingsproces ten aanzien van de derde mobiele vergunninghouder.

Kan de minister aangeven op welke termijn de Kamer het wetsvoorstel inzake de veiling van de DCS 1800 frequenties tegemoet kan zien?

Van Zuijlen

Kamp

Van Rooij

Naar boven