24 088
Regels in verband met de instelling van de provincie Rotterdam en de wijziging van de gemeentelijke indeling in die provincie (Wet instelling provincie Rotterdam)

nr. 16
AMENDEMENTEN VAN HET LID VAN HEEMST

Ontvangen 30 januari 1996

De ondergetekende stelt de volgende amendementen voor:

I

In artikel 1.1, tweede lid, wordt «10.1 en 10.2,» vervangen door: 10.1, 10.2 en 11.2a, derde lid,.

II

Na artikel 11.2 wordt een nieuw artikel ingevoegd, dat luidt:

Artikel 11.2a

1. Onze Minister draagt zorg voor de instelling van een commissie van drie externe deskundigen die onderzoek doet naar het feitelijk verloop van de eenmalige kosten die verbonden zijn aan de overgang van personeel en voorzieningen van de gemeente Rotterdam en de provincie Zuid-Holland naar de provincie Rotterdam.

2. De voorzitter van de commissie wordt benoemd door Onze Minister. De leden worden op voordracht van de provincie Zuid-Holland onderscheidenlijk de gemeente Rotterdam, benoemd door Onze Minister.

3. De commissie brengt binnen een jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan Onze Minister verslag uit over het feitelijk verloop van de kosten bedoeld in het eerste lid, en doet daarbij aanbevelingen voor een redelijke verdeling van die kosten over de gemeente Rotterdam, de provincie Zuid-Holland en het Rijk.

4. Binnen drie maanden neemt Onze Minister op basis van het verslag een besluit over de verdeling van de kosten, bedoeld in het eerste lid.

5. Alvorens het besluit, bedoeld in het vierde lid, wordt genomen wordt de inhoud daarvan schriftelijk medegedeeld aan de beide Kamers der Staten-Generaal.

Toelichting

Met dit amendement wordt bereikt dat een nadere analyse beschikbaar komt van de eenmalige kosten die met de instelling van de provincie Rotterdam zijn gemoeid, zodat op basis van deze bevindingen te zijner tijd een verdeling van deze kosten is te maken. Ook het rijk zal hiervan een redelijk deel moeten dragen.

Van Heemst

Naar boven