24 080
Voorstel van wet van het lid Duivesteijn houdende regels ter bevordering van de medezeggenschap van huurders op het functioneren van verhuurbedrijven van woongelegenheden (Wet op het overleg huurders verhuurder)

nr. 1
GELEIDENDE BRIEF

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

8 februari 1995

Juni 1990 heeft de Tweede Kamer ingestemd met de Nota Volkshuisvesting in de jaren negentig (20 691). Op basis van de uitgangspunten in de nota is in de afgelopen vijf jaren binnen de volkshuisvesting een stelselwijziging doorgevoerd. Centraal staat daarbij het beginsel dat huurders en verhuurders zelf verantwoordelijk zijn voor een goede huisvesting.

Nu de beleidsombuiging vrijwel zijn gestalte heeft gekregen moet worden geconstateerd dat in weerwil van de uitgangspunten van de Nota volkshuisvesting in de jaren negentig er geen sprake is van een «gelijkwaardige» relatie tussen huurder en verhuurder.

Al lange tijd wordt er van de zijde van huurders en huurdersorganisaties aangedrongen op een wettelijke regeling waarin het overleg met de verhuurders is omschreven en waarin huurders en hun organisaties betrokken worden bij het beleid en het beheer van het verhuurbedrijf.

Het gaat dan om het recht op informatie, het recht om te worden gehoord en in sommige gevallen een instemmingsrecht. In de voorliggende wet wordt tegemoet gekomen aan de wens van huurders en hun organisaties te komen tot een dergelijke wettelijke regeling.

Hierbij bied ik u overeenkomstig het bepaalde in artikel 114 van het Reglement van Orde een voorstel van wet aan houdende regels ter bevordering van de medezeggenschap van huurders op het functioneren van verhuurbedrijven van woongelegenheden (Wet op het overleg huurders verhuurder).

De ontwerp-wet op het overleg huurders verhuurder gaat voort op het pad dat is geëffend door de opstellers van de Wet op de Ondernemingsraden en de Wet op de medezeggenschap cliënten zorginstellingen.

Voor wat betreft de inhoudelijke aspecten op het terrein van de Volkshuisvesting is het Besluit Beheer Sociale Huurwoningen (BBSH) van betekenis.

Bij opstelling van deze wet is dankbaar gebruik gemaakt van de basisgedachten van deze reeds door de Tweede Kamer aanvaarde wet- en regelgeving.

Beoogd wordt met de wet in het belang van de volkshuisvesting een goed en gelijkwaardig overleg tussen huurders en verhuurder tot stand te brengen.

Adri Duivesteijn

Naar boven