24 062
Goedkeuring van het op 4 november 1988 te Straatsburg tot stand gekomen Verdrag inzake de beperking van de aansprakelijkheid in de binnenvaart (CLNI)

nr. 4
VERSLAG

Vastgesteld 29 juni 1995

De vaste commissie voor Justitie¹, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft besloten over de wetsvoorstellen 24 061 en 24 062 een commissieverslag uit te brengen.

Onder het voorbehoud dat de hierin gestelde vragen en gemaakte opmerkingen tijdig zullen zijn beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.

Algemeen

Met het oog op het voornemen tot goedkeuring van het CLNI-verdrag legt de commissie de vraag voor of nog andere staten binnen afzienbare termijn het verdrag zullen ratificeren. Zij stelt deze vraag met het oog op de totstandkoming en ingebruikneming van het Rijn-Main-Donaukanaal.

Naar aanleiding van een recentelijk door de Hoge Raad gewezen arrest (van 4 november 1994, RvdW nr. 225) inzake maritieme beperking van aansprakelijkheid en de ontwikkeling in het algemeen aansprakelijkheidsrecht rijst bij de commissie de vraag naar de legitimatie van de beperking van aansprakelijkheid in deze sector van het recht. Wat is de mening van de regering hierover; moet deze beperking worden gehandhaafd?

De inhoud van het verdrag

Artikel 3

De commissie stelt vast dat de regering in de toelichting onder verwijzing naar twee KB's de mogelijkheid van een voorbehoud motiveert. Dit voorbehoud moet het gewijzigde KB rechtvaardigen. Hoe verhoudt dit voornemen tot het maken van een voorbehoud zich tot de door de Commissie voor de Rijnvaart aanvaarde resolutie in november 1991 om af te zien van het maken van een dergelijk voorbehoud?

Voorts vraagt de commissie of door het voorbehoud van waterverontreinigingsfonds en fonds gevaarlijke stoffen geen te grote versnippering van fondsen ontstaat.

Levert dit ook geen problemen op voor de verzekerbaarheid?

De voorzitter van de commissie,

V. A. M. van der Burg

De griffier van de commissie,

De Gier

---

1 Samenstelling Leden: V. A. M. van der Burg (CDA), voorzitter, Schutte (GPV), Groenman (D66), Korthals (VVD), Janmaat (CD), De Hoop Scheffer (CDA), Soutendijk-van Appeldoorn (CDA), Van de Camp (CDA), Swildens-Rozendaal (PvdA), ondervoorzitter, M. M. van der Burg (PvdA), Scheltema-de Nie (D66), Kalsbeek-Jasperse (PvdA), Zijlstra (PvdA), Aiking-van Wageningen (AOV), Rabbae (GroenLinks), J. M. de Vries (VVD), Van Oven (PvdA), Van der Stoel (VVD), Dittrich (D66), Verhagen (CDA), Dijksman (PvdA), De Graaf (D66), Rouvoet (RPF), B. M. de Vries (VVD), O. P. G. Vos (VVD).

Plv. leden: Koekkoek (CDA), Van den Berg (SGP), Van Vliet (D66), Van Blerck-Woerdman (VVD), Marijnissen (SP), Biesheuvel (CDA), Bremmer (CDA), Doelman-Pel (CDA), Van Traa (PvdA), Van Heemst (PvdA), Bijleveld-Schouten (CDA), Rehwinkel (PvdA), Vliegenthart (PvdA), Boogaard (AOV), Sipkes (GroenLinks), Rijpstra (VVD), Middel (PvdA), Te Veldhuis (VVD), Van Boxtel (D66), Van der Heijden (CDA), Apostolou (PvdA), Versnel-Schmitz (D66), Leerkes (U55+), Van den Doel (VVD), Weisglas (VVD).