24 047
Wijziging van de Luchtvaartwet

nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP

Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet houdende wijziging van de Luchtvaartwet.

De toelichtende memorie die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden waarop het rust.

En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.

's-Gravenhage,

10 januari 1995

Beatrix

nr. 2
VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het ter uitvoering van de overeenkomst met de Stichting geluidsisolatie Schiphol wenselijk is het tarief van de heffing per rekeneenheid geluidsproduktie in de Luchtvaartwet aan te passen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Artikel 77 van de Luchtvaartwet wordt gewijzigd als volgt.

A

Het vijfde lid, onderdeel b, komt te luiden:

b. voor burgerluchtvaartuigen met een startmassa van meer dan 20 000 kilogram, die blijkens een verklaring van het bevoegde gezag van de Staat van registratie van het burgerluchtvaartuig ten minste voldoen aan de in bijlage 16, deel I, van het Verdrag van Chicago (Trb. 1973, 109) vastgestelde geluidsnormen:

Lr – 270

45

n x 10, met dien verstande dat het aantal rekeneenheden ten minste op één wordt gesteld;.

B

In het vijfde lid, onderdeel c, wordt «met een startmassa van 20 000 kilogram of meer» vervangen door: met een startmassa van meer dan 20 000 kilogram.

C

In het achtste lid wordt «f 38,–» vervangen door: f 40,–.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad, waarin zij wordt geplaatst. Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

De Staatssecretaris van Defensie,

Naar boven