Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1997-1998 | 24034 nr. 26 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1997-1998 | 24034 nr. 26 |
Aan de Voorzitter van de vaste commissie van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
's-Gravenhage, 25 maart 1998
Conform mijn toezegging tijdens het Algemeen Overleg met u op 4 februari jl. (24 034, nr. 25) over de vierde voortgangsrapportage van de reorganisatie van het openbaar ministerie, deel ik u mede dat uw resterende vragen worden beantwoord zoals aangegeven in de bijlage bij deze brief.
Antwoord van mevrouw Sorgdrager, Minister van Justitie, op vragen van de vaste commissie van Justitie tijdens het Algemeen Overleg op 4 februari 1998 over de vierde voortgangsrapportage van de reorganisatie van het openbaar ministerie.
Constateert discrepantie tussen het wetsvoorstel reorganisatie OM en de vierde voortgangsrapportage. In de MvT bij het wetsvoorstel staat dat er geen behoefte bestaat aan onderlinge vervangbaarheid van advocaten-generaal, terwijl in de voortgangsrapportage staat dat deskundigheden zoveel mogelijk worden uitgewisseld.
Naar ik aanneem doelt zij in het bijzonder op de vraag of de advocaat-generaal in hoger beroep kan worden vervangen door de officier van justitie die de zaak in eerste aanleg heeft behandeld. In mijn brief van 17 juni 1997 (Kamerstukken II 1996/97, 25 392, nr. 4) heb ik aangegeven dat een zodanige vervanging om de daar aangegeven redenen in beginsel niet behoort plaats te vinden. In de nota naar aanleiding van het verslag bij het wetsvoorstel (Kamerstukken II 1997/98, 25 392, nr. 7, p. 12) heb ik dit standpunt op verzoek van de PvdA-fractie nog eens bevestigd. In de genoemde brief van 17 juni heb ik echter tevens vermeld dat dit onverlet laat dat er zeker in grote strafzaken nauwe contacten zullen moeten worden onderhouden tussen ressortsparket en eerste-lijnsparket. Meer in het algemeen acht ik het buitengewoon nuttig dat – zoals ik in de vierde voortgangsrapportage heb opgemerkt – er tussen de parketten een uitwisseling van expertise kan plaatsvinden. Zo ligt het voor de hand dat het ressortsparket soms inhoudelijk steun biedt aan het arrondissementsparket bij complexe strafzaken, en andersom. Dit laat echter de onderscheiden bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de parketten onverlet. Van een discrepantie tussen het wetsvoorstel en de vierde voortgangsrapportage is dan ook geen sprake.
Waarom worden de personeelskosten die samenhangen met inhoudelijke taken als milieu, verkeer en fraude uit het reorganisatiebudget gefinancierd?
De coördinatie van de uitvoering van genoemde inhoudelijke taken vormen een integraal deel van het takenpakket van het Parket-Generaal. De salariskosten, reiskosten en vergaderkosten worden op centraal niveau ten laste gebracht van de apparaatskosten Parket-Generaal. Eventueel hierdoor ontstane tekorten op het budget apparaatskosten van het Parket-Generaal worden gecompenseerd vanuit de beschikbare geoormerkte gelden voor deze beleidsterreinen. In 1997 bedraagt deze bijdrage vermoedelijk f 0,8 mln.. Genoemde personeelskosten worden derhalve niet gefinancierd uit het reorganisatiebudget.
In de financiële overzichten wordt nog steeds geen onderscheid gemaakt tussen tijdelijke kosten van reorganisatie en structurele kosten van personeelsuitbreidingen. De commissie heeft gevraagd dat wél te doen, maar alleen in het bestedingsplan voor 1998 wordt voor een paar posten aangegeven dat ze structureel zijn.
De verdeling in structurele, en incidentele uitgaven is in zijn algemeenheid als volgt:
De eerste categorie betreft de middelen voor het grote stedenbeleid, jeugdcriminaliteit, correctie van de scheefgroei en voorlichting op de parketten. Deze middelen zijn structureel toegewezen aan de parketten en vormen een integraal deel van het jaarlijks beschikbare budget voor deze organisaties. In 1998 wordt dat aangevuld met structurele middelen voor kwalitatieve versterking.
Daarnaast wordt een structurele bijdrage geleverd aan de gerechtskosten, de financiering van de kosten die samenhangen met de groei van de raio-klassen en de landelijke diensten, zoals rijksrecherche, Nederlands Politie Instituut en het Bureau Ontnemingen OM.
Tenslotte wordt een structurele bijdrage vanuit de reorganisatiegelden verstrekt aan de apparaatskosten van het Parket-Generaal.
De overige posten binnen het reorganisatiebudget hebben een incidenteel karakter, waarbij moet worden aangetekend dat de kosten met betrekking tot de uitvoering van het sociaal plan en de personeelsmanagementadviseurs en een deel van de opleidingskosten een meerjarig financieel beslag kennen.
Wat moet worden begrepen onder de gerechtskosten ad f 6 mln. (blz. 15 voortgangsrapportage)?
Als gevolg van de uitbreiding van het OM en de intensivering van de opsporing en vervolging wordt een toename van de uitgaven voor de gerechtskosten verwacht. Vanuit de beschikbare middelen voor de reorganisatie van het OM wordt een structureel bedrag naar het artikel gerechtskosten overgeboekt. Deze bijdrage komt overeen met 10% van de totaal beschikbare reorganisatiegelden ad f 60 mln. Van deze 6 miljoen wordt 4,5 miljoen overgeboekt naar het artikel gerechtskosten. De resterende 1,5 miljoen wordt als reservering aangehouden en, afhankelijk van de ontwikkelingen t.a.v. dit artikel, later alsnog overgeboekt dan wel vrijgegeven voor andere doeleinden.
In het komende jaar is f 12 mln. uitgetrokken voor een kwalitatieve versterking van het OM. Hoeveel mensen zijn in dat kader reeds geworven? Wanneer zullen deze mensen aan het werk gaan en bestaat op dit punt ook niet het risico van onderschrijding?
Deze middelen worden in 1998 voor het eerst toegedeeld aan de OM-diensten. Vanaf dat moment kan er pas personeel worden aangesteld. Vooruitlopend hierop is centraal reeds gestart met wervingsactiviteiten voor het rechtsgeleerd personeel en de sleutelfunctionarissen. Het werven en aanstellen van het overige personeel is de verantwoordelijkheid van de hoofden van de parketten. Aangezien een substantieel gedeelte van het betreffende budget wordt ingezet in het verlengde van de invoering van het nieuwe budgetverdeelsysteem zijn de parkethoofden reeds in 1997 geïnformeerd over de wijze van implementatie om tijdig hierop te kunnen anticiperen. De structurele toewijzing vindt plaats per 1 april 1998. Het resterende bedrag wordt ingezet om een aantal incidentele knelpunten op te lossen; een deel van het budget is ten slotte nog beschikbaar voor innoverende projecten op de parketten («op weg naar het Ideaal Typisch Parket»). Het risico van onderschrijding op dit budget is derhalve gering.
Kunnen in de volgende voortgangsrapportage de kosten van het OM worden afgezet tegen die van de Zittende Magistratuur?
De voortgangsrapportage reorganisatie OM heeft als doel te rapporteren over de activiteiten die in het kader van de reorganisatie OM plaatsvinden alsmede te berichten over de in dit kader bereikte resultaten. In die zin lijkt het minder voor de hand om in de voortgangsrapportages vergelijkingen te maken tussen het OM en de Zittende Magistratuur. De informatie waarom uw Kamer verzoekt is reeds opgenomen in de ontwerp-begroting 1998 van mijn ministerie (blz. 144, tabel specificatie per artikelonderdeel). Betreffende tabel wordt hieronder gepresenteerd.
Specificatie per artikelonderdeel (bedragen x f 1 000,-)
| Artikelonderdeel | Verplichtingen en uitgaven 1998 |
|---|---|
| Rechtspraak | |
| Personele uitgaven | 509 574 |
| Materiële uitgaven | 27 147 |
| Totaal | 536 721 |
| Openbaar Ministerie | |
| Personele uitgaven | 251 484 |
| Materiële uitgaven | 30 475 |
| Totaal | 281 959 |
| Beheerdiensten | |
| Personele uitgaven | 156 330 |
| Materiële uitgaven | 144 020 |
| Totaal | 300 350 |
| Landelijke diensten | |
| Personele uitgaven | 25 569 |
| Materiële uitgaven | 17 391 |
| Totaal | 42 960 |
| Totaal budgetonderdelen | 1 161 990 |
Bron: Begroting 1998 van het ministerie van Justitie
Kan worden aangegeven hoe vaak de Centrale Toetsingscommissie is ingeschakeld en of er spoedprocedures hebben plaatsgevonden?
In 1997 zijn 43 zaken ter toetsing voorgelegd aan de Centrale Toetsingcommissie. Hiervan zijn 12 zaken in een zogenaamde spoedprocedure behandeld.
In de richtlijn over voorlichting en vervolging geldt als uitgangspunt openbaarheid, tenzij privacybelangen van verdachten in het geding zijn. Gewezen wordt op het gevaar dat verdachten al te gauw gecriminaliseerd worden. In dit verband wordt verzocht de ontwikkeling aan te geven in schadevergoedingen die rechters toekennen naar aanleiding van vrijspraken in gevallen waarin het OM te ver is gegaan met het doen van mededelingen.
Voor ex-verdachten staan verschillende rechtsgangen open om schadevergoeding van Justitie te verkrijgen. Voor hen zijn de volgende procedures mogelijk:
1. Een strafrechtelijke rechtsgang, op grond van de artikelen 89 en 591 e.v. van het Wetboek van Strafvordering;
2. Een civielrechtelijke procedure op grond van art. 6:162 Burgerlijk Wetboek (onrechtmatige daad). Er zijn dan twee mogelijkheden:
a. de zaak wordt aan de rechter voorgelegd
b. de zaak wordt buitenrechtelijk geregeld: er wordt een schikking getroffen.
In beginsel komt informatieverstrekking door het OM over verdachten en de strafzaak (aan bijv. de media) in het kader van de procedures art. 89 en 591 e.v. van het Wetboek van Strafvordering niet aan de orde. Er is immers onvoldoende rechtstreeks verband met het ondergane voorarrest. Wel is dit onderwerp de laatste jaren een aantal malen aan de orde gekomen in procedures wegens onrechtmatig strafvorderlijk optreden bij de burgerlijke rechter. Een volledig overzicht van de jurisprudentie over de rechtmatigheid van informatieverstrekking is niet voorhanden. Uit de mij ter beschikking staande informatie blijkt dat de rechter bij de beoordeling van de wijze waarop rekening is gehouden met de belangen van de verdachte en diens persoonlijke levenssfeer vooral toetst of de informatieverstrekking feitelijk juist is en voldoende zorgvuldig en zakelijk.
Zoals uit het bovenstaande blijkt is het niet mogelijk om de verzochte informatie te verstrekken. In dit verband kan ik u mededelen dat onlangs door het WODC een vooronderzoek is afgerond naar schadevergoedingen aan ex-verdachten. Met dit vooronderzoek, dat vooral een inventariserend karakter had, is een basis voor vervolgonderzoek gelegd. Een besluit tot het wel of niet starten van een vervolgonderzoek zal waarschijnlijk binnenkort worden genomen. Bij een eventueel vervolgonderzoek kan de door uw Kamer verzochte informatie mogelijk worden betrokken.
Nu het aantal zaken niet meer bepalend is voor de middelentoewijzing moet de vraag worden gesteld of er inzicht bestaat in de mate waarin het opportuniteitsbeginsel door de officieren van justitie wordt gehanteerd. Het is voorstelbaar dat een officier van justitie besluit in minder zaken te gaan vervolgen om meer aan preventie te kunnen doen, terwijl bij een ander parket een andere afweging wordt gemaakt.
De haalbaarheids- en opportuniteitsgronden van sepotbeslissingen zijn gerubriceerd in een landelijke lijst. Met deze lijst wordt sinds 1980 gewerkt. Hantering van deze lijst geeft inzicht in de wijze waarop het opportuniteitsbeginsel wordt gehanteerd. Dat neemt niet weg dat het nieuwe budgetverdeelsysteem expliciet aandacht zal besteden aan de verantwoording over de door de parketten gemaakte keuzes. Daarmee zal een verdieping in het inzicht in de afwegingen van de parketten ontstaan.
Een van de doelstellingen van de reorganisatie is om het OM tot een eenheid te smeden. Moet uit de recente gebeurtenissen worden afgeleid dat het OM teveel een eenheid is geworden. Of is conform de door de minister geformuleerde doelstellingen geopereerd.
Op 19 februari jl. heeft een uitvoerig debat met de Kamer plaatsgevonden over de nasleep van de recente gebeurtenissen.
Zijn er in het algemeen initiatieven te verwachten van de minister met betrekking tot de rechtspositie van bij het OM werkzame ambtenaren.
Oorspronkelijk was de rechtspositie van de rechterlijke ambtenaar bij het OM geregeld in de Wet Rechterlijke Organisatie en de van de ambtenarenwet afgeleide regelingen als het Algemeen Rijksambtenarenreglement (ARAR). Om zoveel mogelijk gelijke rechtsposities voor alle rechterlijke ambtenaren (OM, ZM en ambtenaren in opleiding) te creëren is een kader geschapen in de Wet Rechtspositie Rechterlijke Ambtenaren (WRRA). In deze wet worden onderwerpen geregeld als indeling in salariscategorieën en daarbij behorende bezoldiging, arbeidstijd, vakantie en verlof, overige rechten en plichten (o.a. registratie nevenfuncties), beroep en overleg.
In het van deze wet afgeleide Besluit Rechtspositie Rechterlijke Ambtenaren (BBRA) worden nadere regels gesteld over de voorzieningen bij ziekte, herplaatsing en ontslag.
De bedoeling is om de onderwerpen die thans nog in het ARAR geregeld zijn in de toekomst in de WRRA en BRRA te regelen.
Aangezien de WRRA afgeleid is van het ARAR of voor sommige onderdelen het ARAR nog steeds van toepassing is, komt de rechtspositie van de rechterlijke ambtenaar bij het OM overeen met de rijksambtenaar.
Wat is de formatie van het Parket-Generaal per 1 januari 1998?
Van de 95 functies (fte's) die de formatie telt voor de structurele taken van het parket-generaal zijn er momenteel 81 bezet. 6 medewerkers zijn in dienst voor tijdelijke functies in het kader van de reorganisatie(projecten).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-24034-26.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.