nr. 14
GEWIJZIGDE AMENDEMENTEN VAN HET LID CORNIELJE C.S. TER VERVANGING
VAN HET AMENDEMENT GEDRUKT ONDER NR. 11
Ontvangen 7 september 1995
De ondergetekenden stellen de volgende amendementen voor:
Artikel I, onderdeel D, wordt als volgt gewijzigd:
I
Aan artikel 18b, tweede lid, wordt een volzin toegevoegd, die luidt:
De Raad, bedoeld in artikel 18c, zesde lid, kan een aanbeveling doen voor
de voordracht voor het koninklijk besluit tot benoeming.
II
Aan artikel 18c wordt een lid toegevoegd, dat luidt:
6. Het bestuur stelt bij reglement een Raad voor het Nederlands Instituut
voor brandweer en rampenbestrijding in, waarin vertegenwoordigers zitting
hebben uit de kring van openbare lichamen en organisaties die een taak vervullen
op het terrein van de brandweerzorg en rampenbestrijding. Het bestuur voert
overleg met de Raad over aangelegenheden die betrekking hebben op het instituut
in het algemeen en de opleidingen in het bijzonder. In het reglement, bedoeld
in het derde lid, worden regels gegeven over de samenstelling, taak en werkwijze
van de Raad alsmede over de wijze van benoeming van de leden van de Raad.
Toelichting
Om ervoor te zorgen dat vertegenwoordigers uit de kring van openbare lichamen
en organisaties op het terrein van de brandweerzorg en rampenbestijding voldoende
betrokken zijn bij de werkzaamheden van het NIBRA, voorziet artikel 18c, zesde
lid, in de instelling van een Raad voor het NIBRA. Bij de samenstelling van
de Raad kan worden gedacht aan personen afkomstig van organisaties als de
Nederlandse Brandweer Federatie en organisaties die een rol vervullen op het
terrein van de geneeskundige hulpverlening bij rampen. Deze Raad is in zekere
zin te beschouwen als een opvolger van de inmiddels door het voorlopig bestuur ingestelde Raad. De Raad is geen adviesorgaan in de zin van
artikel 79 van de Grondwet, maar heeft de functie van gesprekspartner voor
het bestuur van het NIBRA. Daarnaast waarborgt de instelling van de Raad dat
de werkzaamheden van het NIBRA voldoende draagvlak hebben bij de rampenbestrijding.
Mede vanuit die optiek is voorzien in de bevoegdheid van de Raad om een aanbeveling
te doen voor de benoeming – daaronder uiteraard ook begrepen de herbenoeming –
van de bestuursleden van het NIBRA.
Cornielje
Dijksman
Mulder-van Dam
Scheltema-de Nie
Schutte