24 025
Wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en de Wet op de studiefinanciering, houdende aanpassing van de collegegeldbepalingen en de afschaffing van verblijfsduurbeperkingen

nr. 10
AMENDEMENT VAN HET LID VAN GELDER C.S.

Ontvangen 7 november 1995

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

In artikel I wordt na onderdeel K een onderdeel Ka ingevoegd, luidende:

Ka

Na artikel 7.43 wordt een artikel 7.43a ingevoegd, luidende:

Artikel 7.43a. Collegegeld voor studenten die afzien van het recht op studiefinanciering

1. De student die aan de Informatie Beheer Groep en het instellingsbestuur een verklaring overlegt dat hij afziet van enigerlei aanspraak op studiefinanciering op grond van hoofdstuk II van de Wet op de studiefinanciering, alsmede aan het instellingsbestuur de ontvangstbevestiging door de Informatie Beheer Groep van deze verklaring, wordt voor de toepassing van artikel 7.43 gelijk gesteld met de student bedoeld in het eerste lid van dat artikel, gedurende het tijdvak dat die student zonder onderbreking aanspraak op die studiefinanciering zou hebben kunnen maken.

2. De in het eerste lid bedoelde verklaring is onherroepelijk.

Toelichting

Indieners vinden het onredelijk dat studenten die afzien van het recht op studiefinanciering een hoger collegegeld zouden moeten betalen dan studenten die wel gebruik maken van dit recht. Om te voorkomen dat er administratieve problemen ontstaan is een heldere regeling nodig.

Van Gelder

J. M. de Vries

Jorritsma-van Oosten

Naar boven