24 023
Regelen inzake het verrichten van veiligheidsonderzoeken (Wet veiligheidsonderzoeken)

nr. 15
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 14 februari 1996

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 1, eerste lid, wordt een onderdeel d toegevoegd, dat luidt:

d. bevoegd gezag van een Hoog College van Staat: de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, de vice-president van de Raad van State, de Algemene Rekenkamer of de Nationale ombudsman, voor zover het betreft een functie bij de Tweede Kamer, de Eerste Kamer, de Raad van State, de Algemene Rekenkamer, respectievelijk het bureau van de Nationale ombudsman.

B

In artikel 3 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. In het eerste lid wordt «Onze Minister wijst» vervangen door «Onze Minister dan wel het bevoegd gezag van een Hoog College van Staat wijst» en wordt «Hij doet» vervangen door «Onze Minister dan wel het bevoegd gezag van een Hoog College van Staat doet».

2. In het tweede lid wordt na «Onze Minister» ingevoegd: dan wel het bevoegd gezag van een Hoog College van Staat.

3. In het derde lid wordt na «Onze Minister» ingevoegd: dan wel het bevoegd gezag van een Hoog College van Staat.

C

In artikel 7, eerste lid, wordt na «met Onze Minister» ingevoegd: dan wel het bevoegd gezag van een Hoog College van Staat.

D

In artikel 9, eerste lid, wordt na «met Onze Minister» ingevoegd: dan wel het bevoegd gezag van een Hoog College van Staat.

Toelichting

Bij nadere overweging verdient het de voorkeur de aanwijzing van vertrouwensfuncties bij de Hoge Colleges van Staat te laten geschieden door het bevoegd gezag van het desbetreffende College in overeenstemming met de Minister van Binnenlandse Zaken. Deze constructie doet zowel recht aan de bijzondere staatsrechtelijke positie van deze Colleges als aan de verantwoordelijkheid van de Minister van Binnenlandse Zaken voor de (civiele) veiligheid van de Staat. Op dezelfde grond is een hiermee vergelijkbare constructie opgenomen ten aanzien van het weigeren van een verklaring van geen bezwaar en het intrekken van een dergelijke verklaring.

De Minister van Binnenlandse Zaken,

H. F. Dijkstal

Naar boven