nr. 15
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 14 februari 1996
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
Aan artikel 1, eerste lid, wordt een onderdeel d toegevoegd, dat luidt:
d. bevoegd gezag van een Hoog College van Staat: de voorzitter van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal, de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal,
de vice-president van de Raad van State, de Algemene Rekenkamer of de Nationale
ombudsman, voor zover het betreft een functie bij de Tweede Kamer, de Eerste
Kamer, de Raad van State, de Algemene Rekenkamer, respectievelijk het bureau
van de Nationale ombudsman.
B
In artikel 3 worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1. In het eerste lid wordt «Onze Minister wijst» vervangen
door «Onze Minister dan wel het bevoegd gezag van een Hoog College van
Staat wijst» en wordt «Hij doet» vervangen door «Onze
Minister dan wel het bevoegd gezag van een Hoog College van Staat doet».
2. In het tweede lid wordt na «Onze Minister» ingevoegd: dan
wel het bevoegd gezag van een Hoog College van Staat.
3. In het derde lid wordt na «Onze Minister» ingevoegd: dan
wel het bevoegd gezag van een Hoog College van Staat.
C
In artikel 7, eerste lid, wordt na «met Onze Minister» ingevoegd:
dan wel het bevoegd gezag van een Hoog College van Staat.
D
In artikel 9, eerste lid, wordt na «met Onze Minister» ingevoegd:
dan wel het bevoegd gezag van een Hoog College van Staat.
Toelichting
Bij nadere overweging verdient het de voorkeur de aanwijzing van vertrouwensfuncties
bij de Hoge Colleges van Staat te laten geschieden door het bevoegd gezag
van het desbetreffende College in overeenstemming met de Minister van Binnenlandse
Zaken. Deze constructie doet zowel recht aan de bijzondere staatsrechtelijke
positie van deze Colleges als aan de verantwoordelijkheid van de Minister
van Binnenlandse Zaken voor de (civiele) veiligheid van de Staat. Op dezelfde
grond is een hiermee vergelijkbare constructie opgenomen ten aanzien van het
weigeren van een verklaring van geen bezwaar en het intrekken van een dergelijke
verklaring.
De Minister van Binnenlandse Zaken,
H. F. Dijkstal