nr. 100
BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 september 2009
Tijdens het Algemene Overleg met uw Kamer van 10 september alsmede
in onze brief van 4 september 2009 (geannoteerde agenda voor de Raad
Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 14–15 september, uw
kamerstuk 21 501-02 [919]), informeerden wij uw Kamer dat het
voorzitterschap aanstuurt op een besluit van de Raad om de Commissie te vragen
een advies op te stellen over de EU-lidmaatschapsaanvraag die Albanië
op 28 april 2009 had gedaan. De meeste lidstaten menen dat de Commissie,
conform de bepalingen in het Verdrag en de tot op heden gevolgde praktijk,
onverwijld aan de slag moet gaan met het schrijven van een avis (zie ook de
uitkomst van de RAZEB van 27 juli 2009, kamerstuk 21 501-02 nr.
916).
Tijdens het Algemene Overleg van 10 september stelde de regering
dat besluitvorming in de Raad over de avis-aanvraag pas aan de orde kan zijn
nadat een internationaal oordeel over het verloop van de parlementsverkiezingen
in Albanië (die op 28 juni jl. plaatsvonden) beschikbaar is.
Het rapport van de OVSE/ODIHR (Office for Democratic
Institutions and Human Rights) is op 14 september uitgekomen
en gaat u als bijlage bij deze brief toe.1 De
OVSE concludeert in haar rapport dat Albanië aan de meeste OVSE normen
heeft voldaan, doch dat Albanië er nog niet in is geslaagd aan de hoogste
standaarden te voldoen. Er is lof voor het werk van de centrale kiescommissie
in Albanië, de kiezersregistratie en de relatieve rust waarmee de campagne
werd gevoerd. Meer kritiek is er op het functioneren van de politieke partijen.
Het EU-voorzitterschap heeft op 17 september in een verklaring (bijgevoegd)1 gesteld dat het van belang is dat Albanië lessen trekt uit het
verkiezingsproces. Voorts wordt in de verklaring herhaald dat vrije en eerlijke
verkiezingen essentiële voorwaarden zijn in het toetredingsproces.
Gelet op het gestelde in het ODHIR-rapport, de waarneembare progressie
die Albanië de laatste jaren heeft doorgemaakt bij de organisatie en verloop van verkiezingen, en met inachtneming van het krachtenveld
in Brussel, kan Nederland instemmen met een verzoek van de Raad om de Commissie
te vragen een advies te schrijven over de Albanese lidmaatschapsaanvraag.
Dit verzoek zal -net als bij de avis-aanvraag voor Montenegro (april 2009)gepaard
moeten gaan met stevige Raadsconclusies waarin de conditionaliteiten van de
uitbreidingsstrategie van december 2006 in herinnering worden gebracht en
waarin Albanië wordt opgeroepen de verplichtingen uit de Stabilisatie-
en Associatieovereenkomst onverkort uit te voeren.
Het avis zal pas in de loop van 2010 beschikbaar zijn.
Het is op dit moment nog niet duidelijk wanneer het voorzitterschap aanstuurt
op een besluit van de Raad over het avis. Zoals de regering stelde tijdens
het Algemeen Overleg van 10 september hoeft dit besluit niet per definitie
te worden genomen door de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen (RAZEB).
Procedureel zou dit besluit ook kunnen worden genomen door een andere raadsformatie.
De minister van Buitenlandse Zaken,
M. J. M. Verhagen
De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,
F. C. G. M. Timmermans