23 982
Voorstel van wet van het lid M. Vos tot wijziging van de Wet milieubeheer (duurzaam geproduceerd hout)

nr. 14
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 27 juni 1997

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel I wordt na de aanhef «De Wet milieubeheer wordt gewijzigd als volgt.» ingevoegd: A.

B

In artikel I, onder A, worden in artikel 9.3 de volgende wijzigingen aangebracht:

1. In het eerste lid wordt, onder vervanging in onderdeel f van «, en» aan het eind van dat onderdeel door een puntkomma en in onderdeel g van de punt aan het eind van dat onderdeel door «, en», een onderdeel toegevoegd, dat luidt:

h. plantages niet dienen ter vervanging van natuurlijke bossen, maar om in aanvulling op natuurlijke bossen de druk daarop te verminderen.

2. Na het tweede lid wordt een lid toegevoegd, dat luidt:

3. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld omtrent gebieden waar de houtproductie duurzaam plaatsvindt. Bij deze maatregel kunnen voorts gebieden worden aangewezen die gelden als gebieden waar de houtproductie duurzaam plaatsvindt. Op hout dat is geproduceerd in gebieden als bedoeld in de tweede volzin, zijn de artikelen 9.8 tot en met 9.12, 9.14 en 9.24, onder 3°, niet van toepassing.

C

In artikel I, onder A, worden in artikel 9.4 de volgende wijzigingen aangebracht:

1. In de onderdelen a en b van het eerste lid wordt «Raad voor de Certificatie» telkens vervangen door: Raad voor Accreditatie.

2. In onderdeel b van het eerste lid wordt «deskundigheid bezit op het gebied van het beoordelen van houten produkten op hun duurzaamheid» vervangen door: deskundig is om te beoordelen of houten producten duurzaam geproduceerd zijn.

3. In onderdeel c van het eerste lid wordt «door Onze Minister is goedgekeurd» vervangen door: de instemming van Onze Minister heeft verkregen.

4. In het tweede lid wordt «zodra hij deze heeft goedgekeurd» vervangen door: zodra hij hiermee heeft ingestemd.

D

In artikel I, onder A, worden in artikel 9.9 de volgende wijzigingen aangebracht:

1. In het tweede lid komt onderdeel b te luiden:

b. het advies van de Forest Stewardship Council of een andere door Onze Minister erkende organisatie die als doelstelling heeft het bevorderen van duurzaam geproduceerd hout.

2. In het derde lid wordt de zinsnede «door een organisatie die is erkend door het Forest Stewardship Council» vervangen door: door een organisatie als bedoeld in het tweede lid, onder b.

E

In artikel I, onder A, komt het opschrift van afdeling 9.1.3 te luiden: Voorschriften vanaf 1 januari 1999.

F

In artikel I, onder A, worden in artikelen 9.13 de volgende wijzigingen aangebracht:

1. In het eerste lid wordt «Vanaf 1 januari 1998» vervangen door: Vanaf 1 januari 1999.

2. In het tweede lid wordt in onderdeel c «aangewezen gegevens» vervangen door: aan te wijzen gegevens.

G

In artikel I, onder A, wordt in artikel 9.15 in het eerste lid «Vanaf 1 januari 1998» vervangen door: Vanaf 1 januari 1999.

H

In artikel I, onder A, komt het opschrift van afdeling 9.1.4 te luiden: Voorschriften vanaf 1 januari 2000.

I

In artikel I, onder A, komt artikel 9.16 te luiden:

Artikel 9.16

1. Vanaf 1 januari 2000 is het voorts verboden houten producten in Nederland in te voeren, in de handel te brengen of verder te verhandelen, tenzij op het product of op de verpakking daarvan een door Onze Minister vast te stellen merkteken is aangebracht waaruit blijkt dat degene die het product in Nederland invoert of voor de eerste maal in de handel brengt:

a. in het bezit is van een beheersplan,

1°. dat betrekking heeft op het gebied waarin het hout is geproduceerd, waaruit dat product bestaat of dat in dat product is verwerkt, en

2°. waarmee instemming is verleend door een instelling tot welks terrein het verlenen van instemming behoort, dan wel

b. niet in het bezit is van een beheersplan als bedoeld in onderdeel a.

2. In een geval als bedoeld in het eerste lid, wordt op het product of op de verpakking daarvan tevens het gebied aangegeven waarop het beheersplan betrekking heeft.

J

In artikel I, onder A, worden in artikel 9.18, de volgende wijzigingen aangebracht:

1. Het eerste lid komt te luiden:

1. De instemming met het beheersplan wordt op aanvraag verleend.

2. in het vierde lid wordt «goedkeuring» vervangen door: instemming.

K

In artikel I, onder A, worden in artikel 9.21 de volgende wijzigingen aangebracht:

1. In het eerste lid wordt «goedkeuring» vervangen door: instemming.

2. In het tweede lid wordt «indien dit wordt goedgekeurd» vervangen door: indien hiermee wordt ingestemd.

L

In artikel I, onder A, wordt in artikel 9.23 «waarvoor beheersplannen zijn goedgekeurd» vervangen door: waarvoor instemming is verleend met beheersplannen.

M

In artikel I, onder A, wordt afdeling 9.1.5 vervangen door:

AFDELING 9.1.5. Evaluatie

Artikel 9.24

Onze Minister zendt, in overeenstemming met Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, voor 1 januari 2004 aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze titel van de wet in de praktijk, waarbij in het bijzonder wordt aangegeven welk percentage van het hout dat in Nederland wordt ingevoerd of verhandeld, op duurzame wijze is geproduceerd.

N

Aan artikel I wordt toegevoegd:

B

In artikel 21.6, vierde lid, wordt na «8.45» ingevoegd: , 9.3, derde lid.

O

Artikel III wordt vervangen door twee artikelen, die luiden:

ARTIKEL III

In artikel I, onder A, komt artikel 9.16 te luiden:

Artikel 9.16

Voorts is het verboden houten producten in Nederland in te voeren, in de handel te brengen of verder te verhandelen, tenzij:

a. het hout waaruit het product bestaat of dat in dat product is verwerkt, is geproduceerd in een gebied waarvan na een onderzoek als bedoeld in artikel 9.9, is gebleken dat de houtproductie aldaar duurzaam plaatsvindt;

b. op het product of op de verpakking daarvan een certificaat, waarvan het model krachtens artikel 9.7 is vastgesteld, is aangebracht:

1°. door degene die het houten product in Nederland heeft ingevoerd of voor de eerste maal in de handel heeft gebracht;

2°. dat juist, volledig, duidelijk leesbaar en onuitwisbaar is ingevuld;

3°. aan degene die het certificaat heeft aangebracht, toestemming is verleend het certificaat aan te brengen, overeenkomstig artikel 9.11.

ARTIKEL IV

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 1998, met uitzondering van artikel III, dat in werking treedt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat ligt na 1 januari 2004. Het ontwerp van het koninklijk besluit wordt aan de beide kamers der Staten-Generaal overgelegd.

Toelichting

Algemeen

Voor de algemene opzet van het wetsvoorstel die met deze wijzigingen wordt beoogd, zij verwezen naar de nota naar aanleiding van het verslag.

Artikelsgewijs

A

Deze wijziging is nodig vanwege de voorhangprocedure (onderdeel N).

B

Het eerste onderdeel regelt de aanpassing aan de nieuwe FCS-criteria.

Door de artikelen 9.8 tot en met 9.12 uit te zonderen wordt de afzonderlijke toestemming voor het voeren van het certificaat opgeheven.

C

De aanduiding van de Raad voor Accreditatie wordt aangepast aan de huidige naam van die raad.

Overeenkomstig de Algemene wet bestuursrecht wordt hier en in andere bepalingen «goedkeuring» vervangen door: instemming.

F

Voorgesteld wordt de «administratiefase» in te doen gaan op 1 januari 1999.

De ministeriële regeling bedoeld onder c, behoeft niet aanwezig te zijn op het tijdstip dat de wet in werking treedt. Zij zal kunnen worden vastgesteld wanneer zulks wenselijk blijkt:

M

Aan de hand van dit verslag kan worden nagegaan of door de enkele verplichting een merkteken aan te brengen, de doelstellingen van deze titel van de wet zijn bereikt. Zo niet, dan kan het zwaardere instrument worden ingezet, namelijk het verbod van de invoer van en de handel in niet-duurzaam geproduceerd hout. Dit is reeds geformuleerd in de door middel van artikel III aan te brengen wijziging (artikel 9.16).

N

Artikel 21.6, vierde en vijfde lid, van de wet milieubeheer komen door de voorgestelde wijziging te luiden:

4. Het ontwerp van een algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 1.1, eerste, derde, vijfde, tiende of elfde lid, 5.1, eerste lid, 7.1, derde lid, 7.2, eerste lid, 7.7, 8.2, 8.2a, 8.5, 8.7, 8.15, 8.19, 8.35, 8.40, 8.44, 8.45, 9.3, derde lid, 10.2, tweede lid, 10.4, 10.6, 10.8, 10.9, 10.16, 10.29, 10.37, 10.44, eerste lid, 10.45, eerste of tweede lid, 15.12, eerste of tweede lid, of 15.32, eerste of tweede lid, wordt overgelegd aan beide kamers der Staten-Generaal en in de Staatscourant bekend gemaakt. Aan een ieder wordt de gelegenheid geboden binnen een bij die bekendmaking vast te stellen termijn van ten minste vier weken opmerkingen over het ontwerp schriftelijk ter kennis van Onze Minister te brengen.

5. Een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in het vierde lid wordt, nadat hij is vastgesteld, toegezonden aan de beide kamers der Staten-Generaal. Hij treedt niet eerder in werking dan vier weken na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin hij is geplaatst. (...)

M. Vos