23 982
Voorstel van wet van het lid M. Vos tot wijziging van de Wet milieubeheer (duurzaam geproduceerd hout)

nr. 11
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 22 april 1996

Bij brief d.d. 26 maart jl. met bovengenoemd kenmerk heeft u mij het verzoek van de Tweede Kamer overgebracht om de Europese Commissie mee te delen dat de notificatieprocedure inzake hogergenoemd initiatiefvoorstel tijdelijk wordt opgeschort.

De notificatierichtlijn (83/189 EEG) verleent de Lid-Staten van de Europese Unie niet de bevoegdheid een notificatieprocedure op te schorten. Het is op grond van de richtlijn wel mogelijk dat een Lid-Staat een procedure stopzet. Om de facto hetzelfde resultaat te bewerkstelligen als door de Tweede Kamer beoogd, heb ik het verzoek van de Tweede Kamer geïnterpreteerd als een verzoek tot het stopzetten van de notificatieprocedure. Evenwel is Nederland gehouden om het wetsontwerp wederom te notificeren zodra duidelijkheid omtrent het lot ervan bestaat.

In het licht van bovenstaande zal ik de Europese Commissie in kennis stellen van het stopzetten van de notificatieprocedure en daarbij de toezegging doen het voorstel wederom te notificeren zodra duidelijkheid bestaat omtrent het lot ervan.

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

A. van Dok-van Weele

BIJLAGE

Aan de staatssecretaris van Economische Zaken

's-Gravenhage, 26 maart 1996

Op voorstel van mevrouw M. Vos (23 982, nr. 10) heeft de Kamer heden besloten u te verzoeken aan de Europese Commissie mee te delen dat de notificatieprocedure inzake het Voorstel van wet van het lid M. Vos tot wijziging van de Wet milieubeheer (duurzaam geproduceerd hout) tijdelijk wordt opgeschort.

Hierbij breng ik u dit verzoek over.

Met vriendelijke groet,

W. J. Deetman

Naar boven