23 972
Bestrijding langdurige werkloosheid

nr. 16
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 29 november 1996

Per brief van 29 augustus 1996 (23 972, nr. 13) informeerde ik u over de stand van zaken tot en met het tweede kwartaal bij de experimenten die de subsidieregeling EAU uitvoeren. Thans verstrek ik u de cijfers over de in het kader van de regeling gerealiseerde arbeidsplaatsen tot en met het derde kwartaal 1996.

Stand van zaken

In het kader van de subsidieregeling EAU heeft een toenemend aantal langdurig werklozen een dienstbetrekking. In het derde kwartaal 1996 zijn er 1876 nieuwe arbeidscontracten gesloten. Dit betreft het resultaat op basis van de thans over het derde kwartaal beschikbare informatie, van 55 van de in totaal 63 goedgekeurde experimenten. Tot het einde van het derde kwartaal zijn er in totaal 7312 arbeidscontracten waarvoor een subsidie is verleend, afgesloten.

De ontwikkeling laat zich aan de volgende cijfers aflezen:

Subsidieregeling experimenten activering uitkeringsgelden

	Totaal aantal toegekende arb.plts tot 1998	(1) instroom 3e kwartaal 1995	(2) instroom 4e kwartaal 1995	(3) instroom 1e kwartaal 1996	(4) instroom 2e kwartaal 1996	(5) instroom 3e kwartaal 1996	(6) instroom t/m 3e kwartaal 1996
Totaal	19 995	479	1 146	1 652	2 156	1 876	7 312

In vergelijking met de eerder genoemde cijfers tot en met het tweede kwartaal in de brief van 29 augustus, zijn er enkele correcties door de projecten gemeld en doorgevoerd en zijn er enige aanvullingen geweest.

Nieuwe arbeidscontracten mogen tot 1 januari 1998 worden afgesloten.

Achtergrond van de kandidaten

Uit de opgaven van de projecten blijkt dat van de 7312 werklozen die via een project aan de slag gingen, ongeveer 39% reeds langer dan 3 jaar werkloos was. De overige kandidaten waren korter werkloos.

Voor wat betreft het opleidingsniveau kan gesteld worden dat ongeveer 58% van de kandidaten een opleiding heeft tot maximaal mavo. Het opleidingsniveau is gemeten aan de hand van de hoogst genoten opleiding ongeacht de vraag of deze opleiding met succes is afgerond. Er is een onderverdeling te maken in de opleidingen naar:

basisniveau	16%,
lbo/mavo	42%,
mbo/havo	29%
hbo/wo	13%

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. P. W. Melkert