23 972
Bestrijding langdurige werkloosheid

nr. 15
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 29 november 1996

Per brief van 12 september 1996 (Kamerstukken II, 1995/96, 23 972, nr. 14) informeerde ik u over de stand van zaken bij gemeenten van de uitvoering van de regeling «Extra werkgelegenheid voor langdurig werklozen» tot en met het tweede kwartaal 1996.

Thans verstrek ik u, mede namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken J. Kohnstamm, de cijfers over de in het kader van de regeling bezette arbeidsplaatsen bij gemeenten en in de zorgsector per 1 oktober 1996.

Gemeenten

In 1995 is aan negentien gemeenten de mogelijkheid geboden voor het realiseren van in totaal 2 500 arbeidsplaatsen van 32 uur. Per 1 januari 1996 is het aantal gemeenten waaraan arbeidsplaatsen zijn toegekend uitgebreid met twaalf en in mei van dit jaar vond een verdere uitbreiding plaats met zeventien gemeenten, zodat thans in totaal 48 gemeenten in de gelegenheid zijn gesteld arbeidsplaatsen in het kader van deze regeling te realiseren.

Het aantal beschikbare arbeidsplaatsen is in 1996 uitgebreid met 7 500, zodat er ruimte is voor in totaal 10 000 arbeidsplaatsen van 32 uur per ultimo 1996.

Eind 1995 waren in totaal 2 572 arbeidsplaatsen in het kader van de regeling gerealiseerd. Aan het einde van het derde kwartaal van dit jaar was het aantal bezette arbeidsplaatsen per saldo opgelopen tot afgerond 6 067.

Tabel 1 geeft een overzicht van de realisaties over de vier categorieën van deelnemende gemeenten.

Tabel 1 Toegekende en bezette arbeidsplaatsen 1995 en 1996 gemeenten

indelingtoegekende arbeidsplaatsen 1995toegekende arbeids-plaatsten 1996toegekende arbeidsplaatsen 1995 en 1996bezette arbeidsplaatsen t/m 2e kw 96bezette arbeidsplaatsen t/m 3e kw 96
4 Grote steden1 7504 3146 0643 376,64 153,9
15 Grote steden7501 7502 5001 360,11 654,5
nieuwe gemeenten888888107,22247,39
per 1e kw 1996      
nieuwe gemeenten548548011
per 2e kw 1996     
totaal2 5007 50010 0004 8446 066,8

De tabel maakt duidelijk dat de negentien grote steden die reeds in 1995 gebruik maakten van de regeling, over het algemeen redelijk op schema liggen en de hen ter beschikking gestelde arbeidsplaatsen aan het eind van 1996 in belangrijke mate zullen hebben vervuld. De nieuw deelnemende gemeenten verkeren in het algemeen, zoals te verwachten, nog in de opbouwfase. De praktijkervaring van de G-19 heeft geleerd, dat er minimaal een half jaar mee is gemoeid voor gemeenten een interne organisatie in werking hebben, die in een samenwerkingsverband met de gemeentelijke sociale dienst en het Arbeidsbureau, een goed lopend traject van het creëren van vacatures, werving en selectie van kandidaten en toeleiding naar de arbeidsplaats, hebben gerealiseerd. Verondersteld mag worden dat de realisatiecijfers voor de (nieuwe) gemeenten in het vierde kwartaal een fors opgaande lijn zullen vertonen.

Evenals in mijn voorgaande brief, treft u hieronder in tabel 2 een overzicht aan van het aantal arbeidsplaatsen naar werkgebied.

Tabel 2 Verdeling van het aantal gerealiseerde 32-uurs arbeidsplaatsen naar werkgebied bij de gemeenten

werkgebiedaantal 32 uurs-plaatsen t/m 3e kw 1996%
openbare veiligheid/toezicht3 877,864 %
beheer openbare ruimten811,813 %
beheer publieke monumenten28,51 %
kinderopvang982,216 %
onderwijs3676 %
totaal6 067100 %

De procentuele verdeling naar sectoren waarbinnen arbeidsplaatsen zijn gerealiseerd, is vrijwel overeenkomstig met die van de vorige opgave. Alleen in de sector onderwijs is sprake van een behoorlijke toename. De verwachting is dat dat percentage de komende tijd nog meer zal toenemen, omdat recent voor deze sector een aantal knelpunten zijn opgelost die de realisatie van extra arbeidsplaatsen op ruime schaal tot nu toe in de weg stonden.

Zorgsectoren

Bij de beschikbaarstelling van arbeidsplaatsen voor de zorgsectoren is een ander ritme gevolgd dan bij de gemeenten. In 1995 zijn reeds 6 938 arbeidsplaatsen van 32 uur aan de uitvoerende instanties ter beschikking gesteld, waarbij voor een belangrijk deel vooruit werd gelopen op de ruimte voor 1996. De reden daarvoor was het grote aantal aanvragen van instellingen om arbeidsplaatsen, als onmiddellijke respons op het inwerkingtreden van de regeling. In de maanden mei en juli 1996 zijn opnieuw 5 893 arbeidsplaatsen van 32 uur beschikbaar gesteld. Daarmee zijn in 1995 en 1996 in totaal 12 831 arbeidsplaatsen aan de zorgsectoren toegekend, waarvan 2 831 vooruitlopend op de voor 1997 in principe beschikbare ruimte.

De toewijzing van de arbeidsplaatsen en de middelen aan de instellingen geschiedt door het Centraal Orgaan Tarieven Gezondheidszorg en de Ziekenfondsraad (intramuraal en thuiszorg) en de sectorfondsen, het Arbeidsmarkt-, werkgelegenheids- en opleidingsfonds voor de sector zorg en welzijn (AWO) en het Arbeidsmarkt-, werkgelegenheids- en opleidingsfonds Bejaardenoorden (AWOB).

De in 19951 beschikbare arbeidsplaatsen zijn uitgezet in de intramurale gezondheidszorg, de thuiszorg, verzorgingshuizen, dagverblijven en gezinsvervangende tehuizen. In 1996 zijn als nieuwe sectoren toegevoegd de jeugdhulpverlening, de maatschappelijke opvang en medische kinderdagverblijven en kindertehuizen.

Ook voor de zorgsectoren is thans een overzicht beschikbaar van de realisatie van de arbeidsplaatsen tot en met het derde kwartaal 1996. Daarbij moet worden aangetekend dat de gepresenteerde resultaten voor het jaar 1995 volledig zijn; de door het COTG voor 1996 gepresenteerde realisatiecijfers hebben echter betrekking op 481 van de 638 instellingen waaraan arbeidsplaatsen zijn toegewezen. Deze gegevens geven derhalve een ondergrens aan.

In 1995 zijn in de zorgsectoren per saldo 3 266 arbeidsplaatsen gerealiseerd. Per ultimo derde kwartaal 1996 was dat aantal opgelopen tot 4 690 arbeidsplaatsen van 32 uur.

Tabel 3 zorgsector toegekende en bezette arbeidsplaatsen 1995 en 1996

sectortoegekende arbeidsplaatsen 1995toegekende arbeidsplaatsen 1996toegekende arbeidsplaatsen 1995 en 1996bezette arbeidsplaatsen ultimo 1995bezette arbeidsplaatsen t/m 3e kw 1996
Intramuraal3 2723 5496 8211 6732 383
Thuiszorg1 8897192 608553799
Verzorgingstehuizen9666001 566522799
Dagverblijven8114031 214518678
Jeugdhulpverlening3313316
Maatschap. opvangt20020020,5
Med. Kinderdagverblijven en tehuizen91914
totaal6 9385 89312 8313 2664 689,5

Tabel 3 laat zien dat de realisaties per sector aanzienlijke verschillen vertonen. Voor wat betreft de realisatie van arbeidsplaatsen op grond van de toekenningen aan de uitvoerende instanties die in 1996 hebben plaatsgevonden, moet worden aangetekend dat deze toekenningen pas enkele maanden geleden hebben plaatsgevonden. De banen in de zorgsector zijn steeds gemiddeld een half jaar later toegewezen dan de gemeentelijke banen. Tussen de toekenning aan de uitvoerende instantie en de feitelijke invulling door de instellingen zit, analoog aan de situatie bij gemeenten, behoorlijke tijdsruimte vanwege het geconstateerde intensieve bemiddelingstraject. Tegen deze achtergrond bestaat bij de zorgsector de verwachting dat de realisatiecijfers voor de zorgsector in het 4e kwartaal 1996 een verder opgaande lijn zullen vertonen.

Ten behoeve van de coördinatie van de werving en de invulling van de extra zorgbanen in de vier grote steden zijn eind 1995 – op initiatief van VWS – vier regiepunten opgericht. Deze zijn gebaseerd op de één-loket-gedachte. Hierbij wordt samengewerkt tussen gemeenten, arbeidsvoorziening en zorgsector ten behoeve van de werving van banen bij instellingen en de stroomlijning van invulling van de banen. Daarmee wordt een bijdrage geleverd aan de oplossing van een belangrijk knelpunt, nl. samenwerking, informatie en afstemming tussen alle actoren in de vier grote steden. De ervaringen in de grote steden worden benut voor de rest van het land.

Deelnemers

In het voorgaande zijn steeds cijfers gepresenteerd op grond van bezette arbeidsplaatsen van 32 uur per week. Een arbeidsplaats van 32 uur is de standaard-rekeneenheid voor de rijksbijdrage. Omdat gemeenten ertoe over kunnen gaan op grond van bij de persoon gelegen factoren werknemers voor te dragen voor een dienstverband van meer, minder of gelijk aan 32 uur komt het aantal bezette aantal arbeidsplaatsen niet overeen met het aantal werknemers.

Hieronder ga ik in op enkele kenmerken van de werknemers en aantallen.

Van het totale aantal van 6 220 ingestroomde werknemers tot en met het 3e kwartaal 1996 (inclusief inmiddels 631 uitgestroomde werknemers) bij de gemeenten, zijn de volgende kenmerken bekend: 56% is man, 44% is vrouw. De leeftijd bij instroom is als volgt: 28% is jonger dan 30 jaar, 44% behoort tot de leeftijdscategorie van 30 tot 40 jaar, 26% is tussen de 40 en de 55 jaar en 2% is ouder dan 55 jaar.

Bij de zorgsector is 68% van de deelnemers vrouw is en 32% man. Op een later tijdstip komen ook andere gegevens over de werknemers in de zorgsector beschikbaar.

Totaal

Het aantal werknemers dat geplaatst is eind derde kwartaal 1996 via de 48 gemeenten bedraagt 5 589. Samen met de werknemers in de zorgsector1 zijn er eind derde kwartaal 1996 op basis van de regeling «Extra werkgelegenheid voor langdurig werklozen» 10 853 personen werkzaam.

Hierbij moet worden aangetekend dat het aantal bezette arbeidsplaatsen een partieel beeld levert van de feitelijk door de gemeenten en zorginstellingen geleverde inspanningen; sinds de start van de regeling zijn inmiddels tenminste 1 2372 personen naar een andere baan of om andere redenen uitgestroomd, van wie de vrijgevallen plaatsen opnieuw moesten worden ingevuld. De huidige gegevens wijzen op een feitelijke bemiddeling van tenminste 12 090 personen naar een baan in het kader van de regeling.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. P. W. Melkert


XNoot
1

Inmiddels hebben de zorginstellingen hun door accountants gecontroleerde jaarrekeningen over 1995 bij de uitvoeringsorganen ingediend. De accountants toetsen expliciet of aan alle voorwaarden van de regeling is voldaan. Ook de gemeenten hebben inmiddels hun door accountants gecontroleerde jaarrekeningen over 1995 ingediend.

XNoot
1

Hierbij ontbreken nog de gegevens van 157 instellingen in de intramurale- en thuis- zorg.

XNoot
2

Hierbij ontbreken de aantallen uitgestroomde deelnemers van AWOB en AWO; in de bezettingscijfers van de arbeidsplaatsen zijn deze wel verwerkt.

Naar boven