23 972
Bestrijding langdurige werkloosheid

nr. 14
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 12 september 1996

In vervolg op mijn brief van 25 april 1996 (Kamerstukken II, 1995/1996, 23 972, nr. 12) informeer ik u over de stand van zaken van de uitvoering van de regeling «Extra werkgelegenheid voor langdurig werklozen». Op grond van de werkgelegenheidsimpuls van het kabinet kunnen tot en met 1998 veertigduizend structurele arbeidsplaatsen in de collectieve sector worden gerealiseerd ten behoeve van langdurig werklozen. Deze arbeidsplaatsen worden toegekend aan de zorgsector en gemeenten. Deze tussenrapportage heeft betrekking op de voortgang van de realisatie in de gemeentelijke sfeer.

In 1995 beschikten 19 geselecteerde gemeenten over 2500 arbeidsplaatsen. In 1996 kan geleidelijk worden doorgegroeid tot 10 000 arbeidsplaatsen per ultimo 1996. Deze arbeidsplaatsen zijn inmiddels toegekend aan 48 gemeenten. De toekenningen geschieden in de vorm van standaardeenheden met een werkweek van 32 uur.

Aantal deelnemers

Ultimo tweede kwartaal 1996 zijn in totaal 4456 personen geplaatst op de arbeidsplaatsen voor langdurig werklozen, welke op basis van de regeling voor gemeenten tot stand zijn gebracht. Deze personen hebben een baan bij instellingen op het gebied van de openbare veiligheid en toezicht, beheer openbare ruimten, beheer publieke monumenten, kinderopvang en onderwijs in de 48 deelnemende gemeenten.

De geplaatste personen hebben over het algemeen een baan van 32 uur of meer per week. Slechts een kleine minderheid (87) werkt minder dan 32 uur per week. De plaatsing van bijstandsgerechtigde kostwinners en alleenstaande ouders op banen van meer dan 32 uur per week is noodzakelijk om te bewerkstelligen dat deze werknemers geen beroep behoeven te doen op een aanvullende bijstandsuitkering. Ex-banenpoolers die een aanstelling hadden van meer dan 32 uur, mogen conform de regeling een zelfde aantal uren blijven werken. Als gevolg hiervan zijn met de deelname van 4456 werknemers aan het eind van het tweede kwartaal 4864 arbeidsplaatsen van 32 uur gemoeid.

Arbeidsplaatsen

De cijfers met betrekking tot de realisatie van de arbeidsplaatsen door de deelnemende gemeenten tot en met het tweede kwartaal 1996 zijn als volgt:

indeling	beschikbaar ultimo 1996	realisaties t/m 1e kw 96	%	realisaties t/m 2e kw 96	%
4 Grote steden	6 064	2 597,8	42,8	3 376,6	55,7
15 grote steden	2 500	993,13	30,6	1 360,1	54,4
nieuwe gemeenten per 1e kw 1996	888	13,07	1,5	107,22	12,1
nieuwe gemeenten per 2e kw 1996	548	–	–	20	0,4
totaal	10 000	3 604	36	4 864	48,6

Zoals uit bovenstaande tabel blijkt, laten de realisatiecijfers tot en met het tweede kwartaal enige verschillen zien tussen de deelnemende gemeenten. Deze verschillen hebben hoofdzakelijk te maken met het feit dat de 19 grote gemeenten reeds in 1995 zijn begonnen met het tot stand brengen van de arbeidsplaatsen. De overige 29 gemeenten hebben in de loop van 1996 voor het eerst arbeidsplaatsen toegekend gekregen, zodat medio 1996 nog nauwelijks sprake kan zijn van substantiële realisatie.

Herbezetting banenpoolplaatsen

Behalve langdurig werklozen behoren ook werknemers van de banenpool tot de doelgroep van de regeling «Extra werkgelegenheid voor langdurig werklozen». De regeling stelt hiervoor als voorwaarde dat doorstroming vanuit de banenpool niet ten koste mag gaan van de omvang van de werkgelegenheid van de banenpool. De werkgelegenheid van de banenpool bij de 19 gemeenten die vanaf 1995 deelnemen aan de Regeling «Extra werkgelegenheid voor langdurig werklozen» is, zoals uit onderstaande tabel blijkt, gegroeid ten opzichte van de standgegevens van de banenpool per ultimo 1994.

Deze 19 gemeenten waren zelfs in staat het aantal banenpoolplaatsen met meer dan 2000 uit te breiden. Alleen de gemeenten Leeuwarden en Eindhoven hadden ultimo het tweede kwartaal 1996 iets minder banenpooldeelnemers dan aan het einde van 1994.

In het tweede kwartaal van 1996 is deze doorstroom vanuit de banenpool – vergeleken met 1995 – overigens sterk afgenomen: van 30 naar 8%.

Aantal banenpooldeelnemers (standen ultimo)

gemeenten	4e kw 1994	2e kw 1996
Amsterdam	2 136	2 287
Rotterdam	2 914	3 243
Den Haag	1 379	1 616
Utrecht	427	466
Leeuwarden	299	282
Almelo	166	231
Deventer	154	172
Enschede	298	462
Hengelo	191	191
Zwolle	214	279
Arnhem	563	606
Nijmegen	634	752
Breda	210	219
Eindhoven	348	317
Helmond	159	173
Den Bosch	246	350
Tilburg	411	435
Maastricht	246	276
Groningen	813	934

bron: declaratiebestand Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Werkgebieden

Het merendeel van de deelnemers is werkzaam in de sfeer van openbare veiligheid en toezicht. Verder kunnen deelnemers in een dienstverband zijn geplaatst bij kinderopvanginstellingen. Het nog relatief geringe aantal arbeidsplaatsen op de werkgebieden onderwijs en beheer openbare ruimten en publieke monumenten kan worden verklaard door het feit dat deze werkgebieden pas sinds begin dit jaar in de regeling zijn opgenomen.

De navolgende tabel geeft een indicatie over het aantal arbeidsplaatsen (omgerekend naar 32 uur) dat door de deelnemende gemeenten op de diverse werkgebieden is gerealiseerd.

Verdeling van het aantal gerealiseerde 32-uurs arbeidsplaatsen naar werkgebied

werkgebied	aantal 32-uursplaatsen tot en met 2e kw 1996	%
openbare veiligheid/toezicht	3 169,7	65%
beheer openbare ruimten	690,00	14%
beheer publieke monumenten	19,38	1%
kinderopvang	816,1	17%
onderwijs	147,00	3%
totaal	4 864	100%

Kenmerken van de deelnemers

Van de ingestroomde deelnemers zijn de volgende kenmerken bekend: 55% is man, 45% is vrouw. De leeftijd bij instroom is als volgt: 28% is jonger dan 30 jaar, 45% behoort tot de leeftijdscategorie van 30 tot 40 jaar, 25% is tussen de 40 en 55 jaar en 2% is ouder dan 55 jaar.

Tenslotte

De andere helft van de op dit moment beschikbare financiële ruimte voor de extra werkgelegenheid voor langdurig werklozen is via de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport toegewezen aan instellingen in de zorgsector. De verdeling over de verschillende sectoren van de op aanvraag door de instellingen toegewezen arbeidsplaatsen is als volgt.

Extra arbeidsplaatsen in de zorg 1995 en 1996

sector	toegewezen 1995	toegewezen 1996	totaal toegewezen
Intramuraal	3 250	3 300	6 550
Thuiszorg	2 000	780	2 780
Bejaardenoorden	1 000	600	1 600
Gehandicaptenzorg	800	375	1 175
Jeugdhulpverlening	*	302	302
Maatschappelijke opvang	*	398	398
Medische Kinderdagverblijven en -tehuizen	*	82	82
totaal	7 050	5 837	12 887

Een rapportage over de stand van zaken bij de uitvoering van de arbeidsplaatsen in de zorgsector ontvangt u zo spoedig mogelijk.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. P. W. Melkert