23 972
Bestrijding langdurige werkloosheid

nr. 12
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 25 april 1996

In de laatste wijziging van de regeling «Extra werkgelegenheid voor langdurig werklozen 1996», die ik u op 5 december 1995 van het vorig jaar (kamerstukken II, 1995/1996, 23 972, nr. 11) heb gestuurd, is vastgelegd dat er in april van dit jaar een definitieve toewijzing zou plaatsvinden van arbeidsplaatsen voor 1996, rekening houdend met realisatiegegevens 1995. Een dezer dagen zal deze toewijzing in de vorm van een wijziging van de regeling, mede ondertekend door staatssecretaris Kohnstamm, in de Staatscourant worden geplaatst .1

Bij de behandeling van de begroting 1996 voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid in de Kamer is er van verscheidene kanten aandacht gevraagd voor kleinere gemeenten met relatief grote sociaal-economische problemen. In deze definitieve toewijzing is hiermee rekening gehouden.

In de gewijzigde bijlage 1 zijn 17 nieuwe gemeenten opgenomen. Deze gemeenten zijn geselecteerd op basis van een uitkeringsafhankelijkheid van tenminste 25 procent en een ondergrens van tenminste 1 000 ABW/Rww-gerechtigden. Voor de 12 gemeenten die reeds per 1 januari 1996 waren aangewezen geldt een selectiecriterium van meer dan 3 000 ABW/Rww-gerechtigden. Voor zowel de 12 als de 17 gemeenten geldt voor de toedeling van arbeidsplaatsen dezelfde verdeelsleutel, naar rato van het aantal bijstandsgerechtigden (ABW/Rww). Op basis van het bovenstaande zullen ook de 6 steden, genoemd in de motie Remkes c.s. (uitbreiding grote stedenbeleid), dit jaar over extra banen beschikken.

Ultimo 1995 is er door de gemeenten opgegeven dat er ongeveer 2 630 arbeidsplaatsen (omgerekend naar 32 uur) ingevuld zijn. Op jaarbasis waren er 2 500 arbeidsplaatsen toegewezen. In 1996 zal het aantal arbeidsplaatsen kunnen groeien naar 10 000. Deze banen werden vervuld door 2 416 personen. Verdeeld over de werkterreinen openbare veiligheid/toezicht enerzijds en kinderopvang anderzijds zijn er van de 2 630 nieuwe banen naar schatting 2 250 banen gerealiseerd in het toezicht en 380 in de kinderopvang. Voor de goede orde zij hierbij opgemerkt dat inmiddels de mogelijkheden tot plaatsing zijn verruimd met de sectoren: beheer openbare ruimte, waaronder milieuzorg, beheer publieke monumenten en onderwijs.

In de nu voorliggende wijziging blijft het uitgangspunt dat de extra banen gerealiseerd moeten worden ten behoeve van langdurig werklozen uit de in bijlage 1 genoemde gemeenten. De gemeenten zijn immers geselecteerd op grond van sociaal-economische problemen.

Voor de volledigheid kan over de realisatie van de banen in de zorgsector (eveneens in 1996 toegroeiend naar 10 000 arbeidsplaatsen) het volgende worden gemeld.

Begin april waren de volgende bezettingscijfers beschikbaar over de tranche 1995. In de intramurale zorg zijn volgens opgave van de Nederlandse Zorgfederatie 3 100 banen bezet. In de bejaardenoorden zijn 825 banen ingevuld en in de dagverblijven en tehuizen voor gehandicapten 497 banen. In de thuiszorg was de stand 750 volgens opgave van het COTG van begin december 1995. Dat betekent dat inmiddels ongeveer 5 150 banen zijn bezet.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. P. W. Melkert


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.

Naar boven