23 948
Wijziging van onder meer de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met de invoering van lump-sum-bekostiging voor de personeels- en exploitatiekosten van scholen voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, algemeen voortgezet onderwijs en voorbereidend beroepsonderwijs, alsmede in verband met decentralisatie van de rechtspositieregeling bij die scholen, behoudens een aantal op centraal niveau vast te stellen onderwerpen (regeling lump sum en decentralisatie rechtspositieregeling v.w.o.-a.v.o.-v.b.o.)

nr. 12
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 29 maart 1995

In het gewijzigd voorstel van wet worden de volgende wijzigingen aangebracht:

A

In artikel I, onderdeel N, wordt aan het opschrift van artikel 85a toegevoegd: personeelskosten.

B

In artikel I, onderdeel O, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. Aan het opschrift van artikel 89 wordt toegevoegd: exploitatiekosten.

2. In artikel 89, tweede lid, wordt «negen maanden» telkens vervangen door: vier maanden.

C

In artikel I wordt na onderdeel U een onderdeel U1 ingevoegd, luidend:

U1

Artikel 96l vervalt.

D

Artikel II, onderdelen A1 en D, vervalt.

E

In artikel IX wordt «kunnen regels worden gegeven» vervangen door: worden regels gegeven.

F

Na artikel X wordt een artikel X0 ingevoegd, luidend:

ARTIKEL X0. INVOERINGSBEPALING VERGOEDING PERSONEELSKOSTEN

1. Indien de voor het schooljaar 1997–1998 met inachtneming van artikel X van deze wet vastgestelde vergoeding voor de personele kosten van een school of scholengemeenschap meer dan 3% hoger is dan de personele vergoeding voor het schooljaar 1998–1999, wordt de laatstbedoelde vergoeding volgens bij ministeriële regeling te geven regels verhoogd met het meerdere van deze 3%.

2. Indien de voor het schooljaar 1997–1998 met inachtneming van artikel X van deze wet vastgestelde vergoeding voor de personele kosten van een school of scholengemeenschap lager is dan de personele vergoeding voor het schooljaar 1998–1999, wordt de laatstbedoelde vergoeding volgens bij ministeriële regeling te geven regels verlaagd in verband met de in het eerste lid bedoelde verhogingen van de vergoedingen.

3. Onze minister kan ook voor schooljaren na het schooljaar 1998–1999 met het oog op een geleidelijke invoering van de Wet op het voortgezet onderwijs zoals gewijzigd door deze wet, de vergoeding voor de personele kosten van een school of scholengemeenschap verhogen of verlagen.

4. Bij de toepassing van het eerste en tweede lid geldt als grondslag het aantal leerlingen dat op 1 oktober 1996 als werkelijk schoolgaand bij de school of scholengemeenschap was ingeschreven.

G

Artikel XI wordt vervangen door:

ARTIKEL XI. INWERKINGTREDING

Deze wet treedt in werking:

a. met ingang van 1 augustus 1995, wat betreft artikel I, onderdelen A, Y onder 2, en artikel X,

b. met ingang van 1 januari 1996, wat betreft artikel XB,

c. met ingang van 1 augustus 1996, wat betreft artikel I, met uitzondering van de onderdelen A, S onder 1 en 2, T onder 1 en 2, U, U1 en Y onder 2, en wat betreft de artikelen II tot en met IX en XA,

d. met ingang van 1 augustus 1998, wat betreft de artikelen X0 en XC, en

e. met ingang van een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, wat betreft artikel I, onderdelen S onder 1 en 2, T onder 1 en 2, U en U1.

Toelichting

Deze nota van wijziging bevat de wijzigingen die zijn toegezegd in het wetgevingsoverleg d.d. 27 maart 1995. In dit verband moge ik ook verwijzen naar mijn brief van 29 maart 1995, kenmerk VO/JP-95008356, mede namens de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

T. Netelenbos

Naar boven