23 925
Wijziging van enkele bepalingen van de Wet op de waterhuishouding betreffende het vergunningstelsel en het regime voor buitengewone omstandigheden (vergunningplicht voor lozingen in verband met ontwatering)

nr. 9
AMENDEMENT VAN HET LID H. G. J. KAMP

Ontvangen 5 april 1995

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Aan artikel I, onderdeel A, onderdeel 1, wordt toegevoegd:

Voorts wordt aan dit lid een volzin toegevoegd, luidende: Een aanwijzing van gevallen van lozing van water in verband met de nadelige invloed van de desbetreffende lozingen op de grondwaterstand of de grondwaterbeweging kan niet betreffen de lozing van water vanuit een werk dat is bestemd voor de ontwatering of de afwatering van gronden, voor zover voor het aanleggen van dat werk een vergunning is vereist ingevolge artikel 14 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.

Toelichting

Met dit amendement wordt voorkomen dat in een aantal gevallen voor een drainage zowel een vergunning bij het waterschap als bij de gemeente moet worden aangevraagd.

H. G. J. Kamp

Naar boven