23 908 (R 1519)
Voornemen tot sluiting van uitvoeringsverdragen

nr. 3j
nr. 11
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 17 augustus 1995

Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 18 augustus 1995.

De wens dat één of meer van deze uitvoeringsverdragen aan de goedkeuring van de Staten-Generaal zal worden onderworpen kan door of namens een van de Kamers of door ten minste vijftien leden van de Eerste Kamer dan wel dertig leden van de Tweede Kamer te kennen worden gegeven uiterlijk op 17 september 1995.

Ter voldoening aan het bepaalde in artikel 8 van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, en met het oog op artikel 7, onderdeel b, van die Rijkswet, heb ik de eer U mede te delen dat de regering het voornemen heeft om over te gaan tot het sluiten van de volgende uitvoeringsverdragen:

I. Wijzigingen van een aantal reglementen behorende bij de op 20 maart 1958 te Genève tot stand gekomen Overeenkomst betreffende het aannemen van eenvormige goedkeuringsvoorwaarden en de wederzijdse erkenning van goedkeuring van uitrustingsstukken en onderdelen van motorrijtuigen (Trb. 1959, 83).

In de bij deze brief gevoegde lijst van de betreffende reglementen is in het kort de inhoud van de wijzigingen aangegeven.

II. Een aantal zogenaamde administratieve akkoorden betreffende projecten, te sluiten in het kader van de uitvoering van de raamverdragen inzake technische samenwerking met Egypte (Trb. 1977, 10), Jemen (Trb. 1978, 182) en Mozambique (Trb. 1984, 104).

In de eveneens bij deze brief gevoegde lijkst van projecten is aangegeven om welke projecten in welke landen het gaat, welke bedragen daarmee zijn gemoeid, en wat de verwachte looptijd zal zijn.

Wat het Koninkrijk betreft, zullen de onderhavige verdragen alleen voor Nederland gelden.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

H. A. F. M. O. van Mierlo

Lijst van reglementen

1. ECE-Reglement no. 12 betreffende eisen aan motorvoertuigen op tenminste vier wielen, inzake het verplaatsen van de stuurkolom na een frontale botsing.

Het betreft met name aanpassingen waardoor het mogelijk wordt voertuigen met elektrische aandrijving te testen.

2. ECE-Reglement no. 13, betreffende eisen aan remmen van motorvoertuigen op tenminste vier wielen en hun aanhangwagens.

Het betreft met name de introductie van testvoorschriften waarmee de rem-eisen voor aanhangwagens op gelijk nivo worden gebracht als voor trekkende voertuigen en van voorschriften voor schijfremmen van aanhangwagens voorzien van een oplooprem.

3. ECE-Reglement no. 49, betreffende eisen aan de emissies van dieselmotoren van motorvoertuigen op tenminste vier wielen.

Het betreft met name het stellen van eisen aan voertuigen voorzien van motoren op aardgas.

4. ECE-Reglement no. 68, betreffende de meetprocedure voor het bepalen van de maximum snelheid van motorvoertuigen op tenminste vier wielen.

Het betreft met name de uitbreiding van de huidige testmethode (die is afgestemd op voertuigen voorzien van een verbrandingsmotor) tot voertuigen met elektrische aandrijving.

5. ECE-Reglement no. 83, betreffende eisen aan de emissies van motorvoertuigen (personenauto's en lichte bestelauto's) voorzien van een Otto-motor.

Het betreft met name de aanpassing van dit Reglement aan de nieuwste eisen van EEG-richtlijn 94/12/EEG.

6. ECE-Reglement no. 85, betreffende de meetprocedure voor het bepalen van het netto motorvermogen van motorvoertuigen op tenminste vier wielen.

Het betreft met name de aanpassingen waardoor het mogelijk wordt het motorvermogen van voertuigen met elektrische aandrijving te meten en vast te stellen.

7. ECE-Reglement no. 94, betreffende eisen inzake de bescherming van inzittenden van personenauto's bij een frontale botsing.

Het betreft de verplichting tot het aanbrengen van een pictogram op de voorste passagiersplaats, wanneer daar een airbag is gemonteerd. Zodoende wordt de chauffeur gewaarschuwd tegen de gevaren van het plaatsen van een achterwaarts gericht kinderzitje op die zitplaats.

Lijst van projecten

LandNaam projectBeknopte beschrijvingNederlandse bijdragen in guldens (looptijd project)
EgypteFayoum Rural Health and Family Planning ProjectBevorderen van gezondheid en welzijn van gezinnen, in het bijzonder van vrouwen en kinderen12.905.500 (01.01.1996-01.01.2001)
JemenSupport Rural Water Supplyverhoging levensstandaard op het platteland15.000.000 (01.09.95–31.08.2000)
JemenStrengthening of Water Resources Management Capabilitiesoprichten en doen functioneren van een onafhankelijke «National Water Resources Authority» die verantwoordelijk zal zijn voor een geïntegreerd «Water Resources Management»3.500.000 (01.11.95–01.11.99)
JemenJemen Drug Action Programmeassistentie bij de ontwikkeling en invoering van het «National Pharmaceutical Programma» en de «National Drugs Policy»4.002.250 (01.11.95–01.11.97)
MozambiqueInstitutional Support to the Nampala Urban Water Supply Activitiesverbeteren van de waterleiding, in het bijzonder het technisch en financieel management van waterleidingbedrijven3.360.000 (01.04.95–31.03.98)
Naar boven