Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1994-1995 | 23900-XVI nr. 79 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1994-1995 | 23900-XVI nr. 79 |
Vastgesteld 31 augustus 1995
De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport1 heeft op 22 juni 1995 overlegd met minister Borst-Eilers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het rapport «Indicatiestelling voor behandeling van astmapatiënten in het hooggebergte» (VWS-95–653 en VWS-95–713).
Van het gevoerde overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit.
Vragen en opmerkingen uit de commissie
Op voorstel van de waarnemend voorzitter (mevrouw Kamp) wordt besloten tot een procedure waarin de eerste woordvoerder in zijn betoog mede namens de overige leden van de commissie spreekt en overige woordvoerders daarna de gelegenheid hebben om hierop aanvullende opmerkingen te maken en vragen te stellen.
Mevrouw Oedayraj Singh Varma (GroenLinks) verheugde zich erover dat alle betrokken partijen zich achter het rapport-Indicatiestelling hebben geschaard. Vreemd vond zij het echter dat het Nederlands astmacentrum Davos (NAD) volkomen los van de situatie in Nederland een inschatting maakt van mogelijke gevolgen van een veranderd verwijzingsbeleid voor het op te stellen eigen bedrijfsplan. Zij erkende dat het NAD daartoe als private rechtspersoon gerechtigd is, maar toch zag zij graag dat voorafgaand aan het opstellen van het bedrijfsplan met Nederlandse astmacentra werd overlegd. In haar brief van 15 juni geeft de minister immers aan, dit plan onder andere te zullen beoordelen op de eventuele relaties met de capaciteit van die centra en op eventuele negatieve gevolgen voor de volksgezondheidspremies. Gezien de voorgeschiedenis pleitte zij voor uiterste zorgvuldigheid.
De minister verduidelijkte dat het NAD weet dat uit de inhoud van het rapport-Indicatiestelling blijkt dat voor Nederlandse patiënten slechts een zeer beperkte indicatiestelling voor behandeling in Davos geldt. Om de capaciteit van het centrum te vullen moeten derhalve patiënten van buiten Nederland worden aangetrokken. Dat het NAD zich op basis van deze gegevens zet aan de opstelling van een bedrijfsplan had haar instemming. In dat verband is in de brief van 15 juni aangegeven aan welke criteria dit plan zal worden getoetst. De directie van het NAD is van deze criteria op de hoogte.
Mevrouw Oedayraj Singh Varma (GroenLinks) had begrip voor de positie van het NAD, maar pleitte er desondanks voor om de volgorde in de procedure om te draaien. Voorafgaand aan het opstellen van het bedrijfsplan zou met het NAD gesproken moeten worden over de situatie in Nederland. Het NAD heeft dan zekerheid over de richting die moet worden gegaan. Zij had geen behoefte aan correctie achteraf.
Mevrouw Kamp (VVD) bevreemdde zich er enigszins over dat het gehele bedrijfsplan van het NAD aan de overheid ter beoordeling moet worden voorgelegd, terwijl de minister in haar brief van 15 juni aangeeft, haar oordeelsvorming te zullen beperken tot die onderdelen waarvoor zij op basis van de huidige wet- en regelgeving verantwoordelijkheid draagt. Verder vroeg zij waartoe het in het algemeen overleg van 15 februari jl. toegezegde overleg over de voorgenomen opheffing van het specialisme allergologie heeft geleid. In dit verband wees zij erop dat het wat vreemd overkomt als Nederland (dat als eerste dit specialisme invoerde) het opheft, juist op het moment dat men in het buitenland het Nederlandse voorbeeld gaat volgen t.a.v. erkenning van het specialisme.
De heer Van Boxtel (D66) vroeg of nog wordt nagedacht over zijn suggestie uit het algemeen overleg van 15 februari jl. om het gezamenlijk optrekken van de astmacentra in Nederland en Davos organisatorisch te laten begeleiden door een neutrale derde.
De heer Oudkerk (PvdA) sloot zich bij deze laatste vraag aan. Hij erkende dat het NAD primair zelf verantwoordelijk is voor het opstellen van het totale bedrijfsplan, maar dit laat onverlet dat het deel daarvan dat de Nederlandse patiënten betreft, degelijk ingebed moet zijn in de totale Nederlandse astmazorg.
De heer Lansink (CDA) had nog steeds het gevoel dat het in de verhoudingen tussen het NAD en de Nederlandse astmacentra niet goed zit. Hoewel hij toegaf dat op formeel juiste gronden wordt gekozen voor de nu voorgestelde procedure pleitte hij er toch voor om te proberen partijen zover te krijgen dat zij vooraf met elkaar over het bedrijfsplan overleggen. Eventueel kan hiervoor een bemiddelaar worden gezocht, al achtte hij wat dat betreft de kans van slagen niet groot, gezien de hele voorgeschiedenis.
De minister gaf aan dat de keuze voor deze procedure mede is ingegeven door de voorgeschiedenis in deze zaak. In dit verband herinnerde zij eraan dat het NAD destijds dingen heeft gedaan waar het ministerie niet gelukkig mee was. Het NAD is primair verantwoordelijk voor de oplossing daarvan, door middel van het opstellen van een sluitend bedrijfsplan. Door het initiatief voor het opstellen van een sluitend bedrijfsplan naar zich toe te halen, vreesde zij tevens de taak op zich te nemen om het geheel financieel sluitend te maken. Een patiëntenstroom vanuit Nederland zal zeker onderdeel van het bedrijfsplan zijn, maar daarmee kan nooit een sluitende exploitatie worden bereikt.
Ambtenaren van het ministerie hebben contact met zowel het NAD als de Nederlandse astmacentra. Speciale aandacht is er daarbij voor Heideheuvel. Voor zover valt na te gaan treedt er een normalisering op in de verhouding tussen de leiding van dit centrum en het NAD. Op de interruptie van mevrouw Oedayraj Singh Varma (die aandrong op voorafgaand overleg tussen het NAD en Heideheuvel over het Nederlandse deel van het bedrijfsplan) antwoordde de minister dat de contacten tussen beide instellingen «op het niveau van de werkvloer» uitstekend zijn en dat het contact tussen beide directeuren steeds beter wordt. Zij ging ervan uit dat beiden doordrongen zullen zijn van de boodschap die uit dit algemeen overleg spreekt. Zij onderstreepte dat het NAD volledig op de hoogte is van de criteria waaraan het bedrijfsplan moet voldoen. Gezien de opstelling van de nieuwe NAD-directie en omdat zij geen reden zag waarom er tussen de functionarissen van de instellingen geen goede verhoudingen mogelijk zouden zijn, zag zij vooralsnog geen reden voor inschakeling van een bemiddelaar.
De minister deelde mede tot 29 augustus a.s. de tijd te hebben om zich uit te spreken over het inmiddels door het Centraal College genomen besluit om het zelfstandige specialisme allergologie op te heffen. In dat kader buigt het ministerie zich thans over de motieven die het Centraal College voor het besluit aanvoert. Ook zal nog worden overlegd met de betrokken partijen. Desgevraagd was zij bereid om over de uitkomst van dit beraad direct na het zomerreces met de commissie te overleggen. In dat verband zegde zij toe de Kamer in de week van 21 augustus nader te informeren over haar besluit in dezen.
Samenstelling: Leden: Lansink (CDA), Schutte (GPV), De Korte (VVD), Van Nieuwenhoven (PvdA), voorzitter, Van der Heijden (CDA), ondervoorzitter, Van Heemskerck Pillis-Duvekot (VVD), M.M.H. Kamp (VVD), Doelman-Pel (CDA), Swildens-Rozendaal (PvdA), Vliegenthart (PvdA), Mulder-van Dam (CDA), Versnel-Schmitz (D66), Middel (PvdA), Leerkes (U55+), Nijpels-Hezemans (AOV), Fermina (D66), Oedayraj Singh Varma (GroenLinks), Dankers (CDA), Marijnissen (SP), Oudkerk (PvdA), Cherribi (VVD), Sterk (PvdA), Van Boxtel (D66), Van Vliet (D66) en Van Blerck-Woerdman (VVD).
Plv. leden: Soutendijk-van Appeldoorn (CDA), Van der Vlies (SGP), Essers (VVD), Lilipaly (PvdA), Esselink (CDA), Rijpstra (VVD), Voûte-Droste (VVD), Smits (CDA), Dijksman (PvdA), Houda (PvdA), Beinema (CDA), Van den Bos (D66), Vreeman (PvdA), Rouvoet (RPF), Boogaard (AOV), Van Waning (D66), Sipkes (GroenLinks), De Jong (CDA), Kalsbeek-Jasperse (PvdA), J.M. de Vries (VVD), Noorman-den Uyl (PvdA), Bremmer (CDA), Bakker (D66) en Cornielje (VVD).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-23900-XVI-79.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.