23 900 XIV
Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (XIV) voor het jaar 1995

nr. 53
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 17 juli 1995

Aan de toestemming voor het onderzoek gericht op het verkrijgen van nakomelingen van de genetisch gemodificeerde stier Herman werd onder meer als voorwaarde gesteld dat gedurende het experiment een gedegen gezondheids- en welzijnsonderzoek zou worden verricht. Per brief van 12 april 1995 (kamerstukken II, 1994–1995, 23 900 XIV, nr. 45) heb ik u laten weten dat dit onderzoek na de verplaatsing van de dieren naar de proefbedrijven van Gene Pharming Europe onder dezelfde voorwaarden wordt voortgezet.

Hierbij doe ik U de tweede door het ID-DLO aan mij uitgebrachte rapportage, gedateerd 24 mei 1995, toekomen1 . Deze rapportage heeft betrekking op het gezondheids- en welzijnsonderzoek in de periode van dracht en geboorte van de nakomelingen. Op 3 januari 1994 is mij hierover een eerste rapportage toegezonden. Die rapportage vermeldde voor de 18 op dat moment geboren nakomelingen de geboortedata en geboortegewichten, het geslacht van de dieren en eventuele bijzonderheden rond de geboorte. Deze rapportage is U, gelet op de zeer beperkte hoeveelheid informatie die het bevatte, niet toegezonden. De gegevens uit die eerste rapportage zijn in deze tweede rapportage mede verwerkt.

Uit de huidige rapportage komt naar voren dat vooralsnog geen aanwijzingen gevonden zijn dat de gezondheid of het welzijn van de nakomelingen van Herman geschaad wordt.

Wel is gebleken dat de sterfte van vrouwelijke transgene dieren significant hoger is dan de sterfte onder de mannelijke transgene dieren.

Aangezien de totale aantallen gestorven dieren echter zeer laag liggen, waardoor de factor «toeval» van grote invloed is, en er voor verscheidene van de overleden transgene kalveren een andere doodsoorzaak aangewezen kan worden, wordt in de rapportage aangegeven dat vooralsnog niet de conclusie getrokken kan worden dat er een directe relatie bestaat tussen de genetische modificatie van de stier Herman en de sterfte onder de vrouwelijke transgene nakomelingen.

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

J. J. van Aartsen


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.

Naar boven