nr. 41
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
's-Gravenhage, 9 juni 1995
In mijn brief van 2 mei jl. (kamerstuk 23 900 XIII, nr. 38) heb ik
u geïnformeerd over de uitputting van het Besluit Subsidies Exportfinanciering
(matchingfonds) per ultimo maart '95. Ik gaf aan dat het beschikbare
budget naar verwachting op korte termijn zou zijn uitgeput. In mijn brief
van 22 mei heb ik u gemeld dat ik een herschikking op de EZ-begroting voorbereidde
om het budget voor het BSE met f 30 mln. netto verplichtingenruimte te
verruimen.
Inmiddels is het noodzakelijke overleg m.b.t. deze aanpassing van de begroting
afgerond, zodat ik u kan informeren over de modaliteiten van de verruiming.
Binnen de begroting 1995 van EZ is een kasbedrag van f 30 mln. vrijgemaakt,
waarmee het mogelijk wordt om het (bruto) verplichtingenbudget voor 1995 te
verhogen tot f 137,4 mln. De dekking van de f 30 mln. bestaat uit
de volgende posten:
lagere uitgaven:
– technische ontwikkelingskredieten (artikel 02.09) f 5,923
mln.
– BRT-compensatie (artikel 04.05) f 4,960 mln.
– energiebesparing (artikel 06.02) f 12,851 mln.
ontvangstenbegroting
– hoger dividend Hoogovens (artikel 03.01) f 3,372 mln.
– hoger dividend DSM (artikel 03.06) f 2,894 mln.
Bij de huidige inzichten in het uitgavenverloop van de EZ-begroting is
het mogelijk om ramingen van de artikelen 02.09, 04.05 en 06.02 met bovengenoemde
bedragen te verlagen omdat in 1995 naar verwachting minder uitgaven verricht
zullen worden uit hoofde van verplichtingen die in eerdere jaren zijn aangegaan.
De herschikking heeft dus geen gevolgen voor de beleidsruimte in 1995 op de
genoemde artikelen. De hier aangegeven wijzigingen van de begrotingsramingen
1995 zullen verwerkt worden in de suppletore begroting van EZ
naar aanleiding van de Najaarsnota.
De Minister van Economische Zaken,
G. J. Wijers