nr. 27
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
's-Gravenhage, 16 maart 1995
In de periode van 7 – 16 december 1994 heeft een missie van de Verenigde
Naties – Department of Humanitarian Affairs op verzoek van het Russische
Ministerie voor Civiele Verdediging en Rampenbestrijding (EMERCOM) Moskou
en het gebied in de republiek Komi bezocht. Aan deze missie werd deelgenomen
door vertegenwoordigers uit Canada, Verenigde Staten, Noorwegen en de EU (Frankrijk
en Nederland).
Doelstelling van de missie was het samenbrengen van de beschikbare internationale
kennis ten behoeve van de Russische autoriteiten, een onafhankelijk oordeel
te geven over de olieverontreiniging in de Komi republiek en een visie te
geven op activiteiten ter voorkoming van verdere verontreiniging. De missie
heeft, ondanks de nodige tegenwerking door de lokale overheden, op basis van
informatie van het centrale gezag en van eigen bronnen, voldoende inzicht
in de problematiek gekregen om op verantwoorde wijze het gevraagde onafhankelijke
oordeel te kunnen geven.
Het is de eerste keer dat de Verenigde Naties (UNEP en DHA) een multinationaal
team van experts in verband met een milieucalamiteit heeft uitgezonden naar
aanleiding van een verzoek voor internationale assistentie. Het is eveneens
de eerste keer dat Rusland de VN om multilaterale assistentie heeft gevraagd.
De samenwerking tussen de aan de missie deelnemende een aantal regeringen,
de Europese Unie en de Verenigde Naties is bijzonder positief verlopen en
vormt een precedent voor toekomstige samenwerking bij milieucalamiteiten,
waar een bilaterale benadering mogelijk niet toereikend is.
De missie is tot de volgende conclusies gekomen:
– De hoeveelheid olie die uit pijpleidingen in het Vozey/Usinsk
gebied is gestroomd is tenminste 5 maal hoger dan officieel (14 033 t)
door de republiek Komi is toegegeven. Een gebied van circa 65 hectare, verdeeld
over 24 verschillende lokaties, is ernstig verontreinigd met olie.
De aanwezige olieverontreinigingen zijn het resultaat van een groot aantal
lozingen gedurende meerdere jaren, met een voorlopig hoogtepunt in de zomer
en het najaar van 1994.
– Ten tijde van de missie bevond zich nog ten minste 79 000
ton (= 93 000 m3) olie op het land en in de beddingen van
de verschillende kreken. Daarnaast is een substantiële hoeveelheid olie
naar de rivieren afgestroomd en is een deel ter plaatse door verbranding verwijderd
in het kader van de bestrijding ter plaatse verbrand.
De aanwezige hoeveelheid olie vormt een potentiële bron van verontreiniging
voor het lokale milieu, tenzij deze tijdig (voor het smelten van sneeuw en
ijs) wordt opgeruimd of geïsoleerd.
De missie sluit niet uit dat een beperkte hoeveelheid olie de Barentsz-zee
zal bereiken. Zij acht het echter niet waarschijnlijk, dat de geloosde olie
een significante invloed op het watermilieu buiten Rusland zal hebben.
– De regelmatig optredende calamiteiten in olie-installaties en
transportleidingen vormen een ernstige aantasting van het lokale en regionale
(water)milieu van en nabij de rivieren de Kolva, Usa en Pechora. Deze verontreinigingen
vormen een grote bedreiging voor bijvoorbeeld de visstand in Komi wateren
in het algemeen en de Pechora in het bijzonder. Deze wateren zijn onder andere
van groot belang voor de (voortplanting van) de Europese populatie van de
Atlantische zalm en daarmee voor de visserij in de republiek Komi zelf en
in noord Europa.
In de monding van de Pechora ligt het «Nenetsky National Park»
dat onder andere met steun van de Nederlandse regering tot stand is gebracht.
De missie heeft aan de volgende activiteiten hoge prioriteit toegekend:
– Reparatie/vervanging van de pijpleiding om verdere lekkages te
voorkomen. Preventie is goedkoper en effectiever dan bestrijding.
– Indammen van op het land geloosde olie zodat deze niet verder
kan spreiden naar kreken en rivieren.
– Opruimen van de olie (waar mogelijk) om de effecten op het milieu
te beperken.
– Uitvoering van een grondig en gecoördineerd monitoring programma
om vast te stellen hoeveel olie er in de Pechora en in de Barentsz-zee is
terecht gekomen en wat de effecten daarvan zijn.
De Wereldbank heeft een lening van USD 100 miljoen beschikbaar gesteld
en op eigen initiatief een tender uitgeschreven voor het opruimen van de olie
en vervanging van een deel van de pijpleiding. Een Australisch bedrijf heeft
inmiddels de opdracht verworven.
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
A. Jorritsma-Lebbink