23 900 XI
Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (XI) voor het jaar 1995

nr. 44
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 23 januari 1995

Zoals ik tijdens de behandeling van de begroting 1995 van mijn departement heb toegezegd doe ik u hierbij ter informatie het «Jaarprogramma Milieu-onderzoek DGM 1995» toekomen.1 Tevens treft u hierbij aan de «Onderzoeksstrategie DGM voor de planperiode van het NMP2»1, die het kader vormt voor de jaarlijkse onderzoeksprogrammering.

In de onderzoeksstrategie zijn de hoofdlijnen van het milieu-onderzoeksbeleid uiteengezet. Het onderzoeksbeleid zal in de komende periode gericht zijn op het verkrijgen van meer kennis van de uitvoering van het milieubeleid, beter inzicht in de voorwaarden voor versterking van de relatie economie/ecologie (duurzame ontwikkeling), op een betere benutting van de beschikbare expertise en op een groter rendement van de beschikbare onderzoeksmiddelen. Binnen het budgettaire kader zal daarbij – zoals ik eerder heb aangegeven in mijn brief van 28 oktober 1994 (23 900 XI, nr. 23) – voorrang worden gegeven aan «afmaken waarmee we begonnen zijn» boven het ontwikkelen van nieuw beleid. Dat betekent voor het onderzoeksbeleid dat prioriteit wordt gegeven aan het onderzoek dat de uitvoering van de hoofdlijnen van het NMP2 ondersteunt, boven onderzoek dat gericht is op de verkenning van mogelijk nieuw beleid op langere termijn en bijdragen aan de kennisinfrastructuur.

In het jaarprogramma is de verdeling van de 12 mln. gulden extra onderzoeksmiddelen voor 1995 opgenomen, die zijn toegevoegd n.a.v. het desbetreffende amendement van de leden Crone, Te Veldhuis en Augusteijn. De verdeling van deze 12 mln. gulden is in de onderstaande tabel aangegeven.

Omdat de aangegeven dekking van het amendement alleen voor het jaar 1995 kan worden geëffectueerd, heeft de feitelijke invulling een eenmalig karakter.

Onderwerpbedrag (mln.)opgenomen onder onderzoeklijn (zie jaarprogramma)
RIVM (versterking milieuplanbureaufunctie; daarin begrepen de activiteiten van de stichting FLORON)3.0monitoring & handhaving economie/maatschappij/instrumentarium kwaliteit leefomgeving verdroging; vermesting; verspreiding; verwijdering
Afvalverwerking/Hergebruik2.0verwijdering
Produktinnovatie/energiearme produkten Integraal Ketenbeheer2.0duurzame produktie/integraal ketenbeheer
CO2-onderzoek/demonstratieprojecten0.2klimaatverandering
Joint Implementation1.0economie/maatschappij/instrumentarium
Duurzame ontwikkeling/voorbereiding maatschappelijk debat0.5verspilling
Duurzame ontwikkeling/milieugebruiksruimte0.5milieuverkenningen
Duurzame ontwikkeling/milieu-economie0.5economie/maatschappij/instru- mentarium
Duurzame ontwikkeling/milieu-gedrag0.5economie/maatschappij/instrumentarium
Bodemonderzoek/vervolg speerpuntprogramma0.3verspreiding
Bodemonderzoek/bodembeschermingstechnieken0.5verspreiding
Bodemonderzoek/follow up cie. Welschen0.2verspreiding
Stad en Milieu0.3economie/maatschappij/instrumentarium
Verkeer (NO2-deeltjes/katalysatortechnieken)0.5verstoring
Totaal12.0 

Bij de toedeling van het bedrag heb ik mij laten leiden door de in de toelichting op het amendement aangegeven bestemmingen, tegen de achtergrond van de integrale onderzoeksprogrammering.

Het onderzoeksprogramma 1995 heeft, exclusief deze 12 mln. gulden, een omvang van 124 mln. gulden. De afwijking van het indicatieve bedrag dat is aangegeven in mijn brief van 28 oktober is, behalve een kwestie van afronding, het gevolg van een toerekening van verschillende onderdelen, w.o. het onderdeel bedrijfsinterne milieuzorg, aan uitvoeringskosten.

Om het inzicht in de bijdrage van het onderzoek aan de beleidsonderwerpen, -produkten of acties te vergroten, wordt in het jaarprogramma een relatie gelegd met de NMP-acties. In het jaarprogramma is bij de onderscheiden onderzoekslijnen de inzet van de 12 mln. gulden extra onderzoeksmiddelen terug te vinden.

In de verwachting u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd,

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

M. de Boer


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.

Naar boven