nr. 51
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
's-Gravenhage, 18 augustus 1995
Mede namens mijn ambtgenoot van Defensie doe ik U de gegevens toekomen
van de Nederlandse opgaven over 1993 en 1994 aan het VN-wapenregister. Zoals de Kamer bekend, werd dit Register ingesteld door de Algemene
Vergadering van de Verenigde Naties door middel van resolutie 46/36L. Dit
voorjaar had voor het derde opeenvolgende jaar gestandaardiseerde informatie-uitwisseling
plaats. In de afgelopen twee jaar werd hieraan door ongeveer 90 staten deelgenomen.
Dit heeft er toe geleid dat ongeveer 90 procent van alle overdrachten van
de onder het Register vallende conventionele wapens ook daadwerkelijk is opgegeven.
Een kopie van de Nederlandse opgaven aan het VN-wapenregister over de
jaren 1993 en 1994 is opgenomen in bijlage 1.1
De Nederlandse opgaven omvatten niet alleen de standaardgegevens over wapenimporten
en -exporten, maar tevens gegevens over militaire bestanden en verwerving
van wapens door nationale produktie. Deze laatste gegevens kunnen door de
VN-lidstaten worden verstrekt op facultatieve basis.
In het verleden is soms sprake geweest van discrepanties tussen de diverse
nationale opgaven aan het Register. Corresponderende gegevens bleken niet
altijd met elkaar in overeenstemming te zijn. Teneinde dergelijke discrepanties
in ieder geval tussen de EU-lidstaten te voorkomen zijn dit jaar voor afloop
van de indieningstermijn de nationale opgaven van de EU-lidstaten met elkaar
vergeleken en waar nodig aangepast.
Voor wat betreft de toegankelijkheid van het Register geldt dat «the
Register shall be open for consultations by representatives of Member States»
(resolutie 46/36L). Dit betekent dat niet-gouvernementele organisaties zijn
aangewezen op het – openbare – jaarlijkse rapport van de Secretaris-Generaal
aan de Algemene Vergadering, waarin de door de lidstaten aangeleverde gegevens
zijn weergegeven.
Mede namens de Staatssecretaris van Economische Zaken doe ik U voorts
een overzicht toekomen van de totale jaarlijkse waarde in miljoenen guldens
van de in 1990 tot en met 1994 afgegeven vergunningen voor de uitvoer van
militaire goederen vanuit Nederland, uitgesplitst naar NAVO-landen en overige
landen. Ik ben voornemens in het vervolg de jaarcijfers met betrekking
tot het voorafgaande kalenderjaar gelijktijdig met de rapportage over de Nederlandse
opgave aan het VN-wapenregister te Uwer kennis te brengen. Teneinde dit mogelijk
te maken heb ik besloten de overzichten te baseren op de totale waarde van
de afgegeven vergunningen voor de uitvoer van militaire goederen, in plaats
van op de waarde van de daadwerkelijk gerealiseerde uitvoer van militaire
goederen.
Een overzicht van de aldus berekende jaarcijfers voor de periode 1990
tot en met 1994 is opgenomen in bijlage 2.1 Hierbij
moet in aanmerking worden genomen dat de nieuwe berekeningswijze in het algemeen
tot hogere cijfers zal leiden dan de voorheen gehanteerde berekening op basis
van de daadwerkelijk gerealiseerde uitvoer van militaire goederen. Niet alle
afgegeven vergunningen worden immers daadwerkelijk gebruikt door het bedrijfsleven.
Dit laat echter onverlet dat de nieuwe berekeningswijze een goed inzicht verschaft
in het wapenexportbeleid van de Regering, en bovendien het voordeel biedt
dat de jaarcijfers voortaan sneller beschikbaar zijn.
Gaarne ben ik bereid om, in overleg met de Staatssecretaris van Economische
Zaken, op vertrouwelijke basis per land van bestemming mededeling te doen
van de totale jaarlijkse waarde van de afgegeven vergunningen voor de uitvoer
van militaire goederen in de periode 1990 tot en met 1994.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
H. A. F. M. O. van Mierlo