nr. 8
BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
's-Gravenhage, 4 september 1995
Hierbij bied ik, mede namens de Minister-President en de Minister van
Binnenlandse Zaken, U aan een nota van wijziging inzake de Oorlogswet voor
Nederland (23 788, nr. 13) en een nota van wijziging inzake de Coördinatiewet
uitzonderingstoestanden (23 790, nr. 9).
Tevens doe ik u toekomen ter vervanging van kamerstuk 23 790, nr.
7, een geactualiseerd overzicht van noodwetgeving. Dit geschiedt als uitvloeisel
van de mondelinge behandeling d.d. 29 augustus jl. van de herziening van de
noodwetgeving op verzoek van de heer van den Berg van de SGP-fractie.
De Minister van Defensie,
J. J. C. Voorhoeve
OVERZICHT VAN NOODWETGEVING
Separate inwerkingstelling is mogelijk van de volgende bepalingen:
van de Wet buitengewone bevoegdheden burgerlijk gezag:
de artikelen 5, 6, 7, 8, eerste en derde lid, 9, eerste, tweede, derde
en vijfde lid, en 10 gezamenlijk of afzonderlijk;
van de Oorlogswet voor Nederland:
de artikelen 9 tot en met 14 gezamenlijk of afzonderlijk;
van de Wet bescherming staatsgeheimen:
artikel IIIa;
van de Noodwet rechtspleging:
de artikelen 2 tot en met 14;
van de Vreemdelingenwet:
artikel 50a;
van de Wet verplaatsing bevolking:
de artikelen 2a, 2b, 2c, 2e, 3, 4, 5, eerste lid, 6, 7, eerste lid, en
8, eerste lid, gezamenlijk of afzonderlijk;
van de Rampenwet:
de artikelen 22 tot en met 24;
van de Noodwet financieel verkeer:
de artikelen 3 tot en met 32 gezamenlijk of afzonderlijk;
van de Comptabiliteitswet:
artikel 74a;
van de Wet militaire inundatiën:
de artikelen 1a, 2 en 3;
van de Dienstplichtwet:
de artikelen 30a, eerste lid, en 43;
van de Inkwartieringswet:
de artikelen 28, 29 en 35;
van de Onteigeningswet:
de artikelen 76a bis tot en met 76f bis;
van de Woningwet:
de artikelen 101a, 102 en 103 gezamenlijk;
van de Spoorwegwet:
de artikelen 17a, 18, 19, 23, 24 en 50, tweede lid;
van de Wet behoud scheepsruimte 1939:
de artikelen 2, 3, 4 en 8;
van de Luchtvaartwet:
de artikelen 57a, 58, 59 en 61;
van de Vervoersnoodwet:
de artikelen 8 tot en met 15 en 17;
van de Havennoodwet:
de artikelen 6 tot en met 12;
van de Wet gevaarlijke stoffen:1
artikel 21a;
van de Vaarplichtwet:
de artikelen 2a, 10, 11, 16, 17, 18 en 20;
van de Binnenschepenwet:
artikel 56a;
van de Scheepvaartverkeerswet:
artikel 38, geheel of gedeeltelijk;
van de Loodsenwet:
artikel 52;
van de Wet op de telecommunicatievoorzieningen:
de artikelen 57, eerste tot en met derde lid, en 58, eerste en tweede
lid;
van de Postwet:
artikel 21, eerste tot en met vierde lid;
van de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993:
artikel 8b;
van de Wet luchtverkeer:
artikel 51 of 51a en artikel 52;
van de Wegenverkeerswet 1994:
artikel 4, derde en vierde lid;
van de Distributiewet 1939:
de artikelen 2 tot en met 10, 13 tot en met 22a;
van de Hamsterwet:
de artikelen 3 tot en met 5;
van de Vorderingswet 1962:
artikel 3a;
van de Prijzennoodwet:
de artikelen 5 tot en met 15;
van de Bodemproductiewet 1939:
de artikelen 2 tot en met 4, 8 tot en met 10;
van de Noodwet voedselvoorziening:
de artikelen 6 tot en met 14;
van de Noodwet arbeidsvoorziening:
één of meer van de paragrafen van hoofdstuk II;
van de Noodwet geneeskundigen:
één of meer van de paragrafen van hoofdstuk II;
van de Warenwet:
artikel 2a;
van de Wet inzake bloedtransfusie:
artikel 41b;
In de beperkte noodtoestand kunnen voorts in werking worden
gesteld:
van de Oorlogswet voor Nederland:
de artikelen 15 tot en met 23 gezamenlijk of afzonderlijk;
van de Scheepvaartverkeerswet:
artikel 39, eerste lid;
van de Loodsenwet:
artikel 53, eerste lid;
van de Wegenverkeerswet 1994:
artikel 4, vijfde lid;
In de algemene noodtoestand kunnen voorts in werking worden
gesteld:
van de Wet buitengewone bevoegdheden burgerlijk gezag:
de artikelen 11, 12, 13, 14, eerste lid, 15, eerste en derde lid, 16,
eerste, tweede en derde lid, 17, eerste, tweede en derde lid, en 18 gezamenlijk
of afzonderlijk en de artikelen 19 tot en met 25, 26, tweede lid, 27 en 28
gezamenlijk;
van de Oorlogswet voor Nederland:
de artikelen 24 tot en met 43 gezamenlijk of afzonderlijk en
de artikelen 44 tot en met 53 gezamenlijk;
van de Noodwet rechtspleging:
artikel 17;
van de Mediawet:
artikel 174, eerste lid;